‘Nog geen alternatief voor importsoja’
Rijswijk – Regionaal geteelde eiwitgewassen zijn voorlopig geen alternatief voor de import van soja uit Zuid-Amerika.
Die conclusie trekt de Nevedi (Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie) uit een rapport van Wageningen UR en adviesbureau Blonk Consultants. "We willen graag een veelbelovend alternatief voor importsoja, dat grootschalig toepasbaar is. Dat is helaas nog niet in beeld", zegt directeur Henk Flipsen van de Nevedi.
Wageningen UR en Blonk Consultants vergeleken het gebruik van sojameel uit Zuid-Amerika met sojaschroot uit Nederland en uit Oekraïne, zonnebloemzaadschroot, pluimveevleesmeel, DDGS, meelwormen en algeneiwit. De teelt van sojabonen in Nederland en Oekraïne is wat betreft uitstoot van CO2 gelijkwaardig aan de invoer van sojameel. Maar de teelt van sojabonen kan in de EU de concurrentie nog niet aan met andere gewassen. Daar is een hogere kilogramopbrengst en een efficiëntere verwerking voor nodig.
Volgens Flipsen kost dit tijd. "Naast de CO2 voetafdruk, beoordelen voerproducenten alternatieven op voederwaarde en de verhouding tussen prijs en kwaliteit. In die combinatie heeft geïmporteerde soja een ijzersterke positie. In nichemarkten kunnen alternatieven die duurder zijn dan soja uit Zuid-Amerika een plek verwerven."
door Jan Engwerda in Boerderij