NAV mist in GLB soja en landschapselementen
'Wij vinden het jammer dat bij het nieuwe gemeenschappelijke landbouw beleid (GLB) soja niet telt als mogelijk eiwitgewas en dat landschapselementen in Nederland niet tellen als ecologische aandachtsgebieden (EFA). Ook is de eis bij de beheerde akkerranden in het equivalente pakket dat dit dan 30 procent van de EFA's op het bedrijf moet vullen een rem op de ontwikkeling van die beheerde akkerranden.' Dat zei voorzitter Teun de Jong van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) gisteravond bij de ledenbijeenkomst in Wieringerwerf.
De Jong zei dat de gezamenlijke belangenbehartigers zich met voldoende succes hadden ingespannen voor een werkbare invulling van het nieuwe GLB en de vergroening daarin. Voor de zware kleigebieden is de keuze beperkter dan elders, maar omdat verschillende graansoorten wel tellen als gewasdiversificatie en onderzaai direct telt als vanggewas vanaf de graanoogst, zouden de meeste telers uit de puzzel kunnen komen. Een andere optie in deze gebieden is de akkerrand, aldus De Jong.
De akkerbouwvakbondsvoorzitter besprak in Wieringerwerf de actualiteit met de telers. Daarbij stipte hij de ervaring van een meerderheid van de telers met oneerlijke handelspraktijken aan. 'De NAV zou hier het liefst een onafhankelijke partij voor zien die hierover kan oordelen. In de afnemersmarkt bestaat de Autoriteit Consument en Markt. Zo zouden wij graag de Autoriteit Producent en Markt erbij zien. Wij hopen vorig jaar die bal aan het rollen gebracht te hebben.'
Brancheorganisatie(s)
De NAV hoopt dat er snel ministeriële goedkeuring ligt voor de brancheorganisatie van de akkerbouw. Vanaf dat moment is het mogelijk algemeen bindende zaken te regelen en te heffen voor zaken als onderzoek. De Jong wil het liefst vlot naar dat moment, omdat het voor de vloeiende overgang van belang is en voor de onderzoeksorganisaties. Overigens zal de brancheorganisatie per productgroep verder moeten. In de praktijk levert dat een organisatie op die gericht is op graan en zetmeel, een tweede voor de suikerketen, een derde voor overige gewassen, een belangrijke dus, omdat daar aardappelen, uien en peen als belangrijke marktgewassen inzitten én als laatste is er een kleine aparte organisatie voor de vezelgewassen vlas en hennep.
Tekst: Jorg Tönjes in Akkerwijzer