Voedsel vraagt in Afrika om trendbreuk
De vraag naar voedsel neemt in 2050 op wereldschaal met 60 procent toe. Vooral in Afrika is de bevolkingstoename fors en is het moeilijk om het continent zelfvoorzienend te laten zijn. 'Daarvoor is een enorme trendbreuk nodig', zegt Martin van Ittersum van Wageningen UR. Elk lapje landbouwgrond zal elk jaar versneld meer moeten opbrengen.
De landbouwopbrengsten per hectare in Afrika ten zuiden van de Sahara zijn momenteel laag. Zo is de maisopbrengst slechts 20 procent van de potentiële opbrengst, terwijl dat in Nederland bij tarwe 80 procent is. Zelfs als alle huidige landbouwgronden in Afrika veel hogere opbrengsten leveren, lijkt verdere ontginning van 'woeste gronden' nodig om voldoende voedsel te kunnen produceren.
Dit blijkt uit modelberekeningen door een team van onderzoekers van Wageningen UR, diverse Afrikaanse instellingen en de universiteit van Nebraska. Voldoende voedsel voor de bevolking zal ten koste gaan van biodiversiteit en klimaat of met flinke importafhankelijkheid. 'Dat is een groot risico', stellen de onderzoekers.
Groei bevolking
Naar verwachting neemt de bevolking in Afrika in de periode 2010-2050 met een factor 2,5 toe. Alleen al daardoor zal de voedselbehoefte met 260 procent stijgen. Tegelijk komt er door welvaart meer vraag naar vlees. Samen zorgt dit voor 340 procent toename in de vraag naar voedsel.
Om de grote toename in vraag naar voedsel in Afrika beneden de Sahara tot 2050 bij te houden, moeten de opbrengsten van graan stijgen tot 80 procent van het potentieel mogelijke. Daarvoor moet elke hectare mais ieder jaar zo'n 130 kilo meer opbrengen, hebben de onderzoekers berekend.
Waar inkomensgroei is, zal de vraag naar calorieën en dierlijke productie groter zijn
MARTIN VAN ITTERSUM, HOOGLERAAR PLANTAARDIGE PRODUCTIESYSTEMEN AAN WAGENINGEN UR
Milieu
Meer voedsel kan onder andere door betere bemesting en gewasbescherming, meer irrigatie, meerdere gewassen per jaar en areaaluitbreiding. Dit vraagt investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Gelijktijdig zijn er zorgen over het milieu. In sommige landen is meer landbouwgrond niet aanwezig en areaaluitbreiding niet duurzaam.
China heeft de landbouwproductie flink weten te verbeteren, maar niet zonder problemen, stelt Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen aan Wageningen UR. 'China zit nu in de fase waarin wij ons in de jaren zeventig en tachtig bevonden. Dat zorgt daar voor milieuproblemen. De uitdaging is om de landbouw in Afrika te ontwikkelen en gelijk te streven naar efficiëntie.'
Tien landen
De onderzoekers verzamelden gegevens uit tien Afrikaanse landen, waar 54 procent van de totale bevolking van de landen onder de Sahara leeft en waar 58 procent van het totale gewasareaal in dit subcontinent ligt: Burkina Faso, Ghana, Mali, Niger, Nigeria, Ethiopië, Kenia, Tanzania, Oeganda en Zambia.
In deze landen werd de productie en vraag naar de vijf belangrijkste granen in kaart gebracht: mais, gierst, rijst, sorghum en tarwe. 'Nog steeds hoor je mensen zeggen dat Afrika een graanschuur van de wereld kan worden, maar het is al zeer uitdagend voor Afrika om zelfvoorzienend te zijn in de toekomst', stelt Van Ittersum.
Nigeria en Ethiopië
Met twee Afrikaanse landen maakt de hoogleraar de problematiek duidelijk. Nigeria is nu qua voedsel voor 60 procent zelfvoorzienend en Ethiopië voor 90 procent. Als de opbrengsten van de landbouwgewassen niet toenemen, daalt de zelfvoorzieningsgraad naar respectievelijk 20 en 40 procent.
Als de opbrengsten per hectare gaan stijgen volgens de huidige trend, komt Nigeria in 2050 op een zelfvoorzieningsgraad van 30 procent en Nigeria op 90 procent. Als de opbrengsten op het niveau komen als in West-Europa, gaat het om een zelfvoorzieningsgraad van respectievelijk 80 en 150 procent.
Potentieel
'De huidige opbrengst van mais zonder irrigatie is in Afrika maar 20 procent van de potentieel haalbare opbrengst. In Europa zitten we met tarwe op zo'n 80 procent. In Afrika is dus nog een groot potentieel aanwezig om als continent zelfvoorzienend te zijn. Dit lukt waarschijnlijk niet en het is de vraag of ze geld hebben om voedsel te importeren', vertelt Van Ittersum.
Daarnaast is volgens de onderzoekers aandacht vereist voor de toegang tot de markt (vooral voor kleine boeren), voor transport en infrastructuur, landbouwkredieten en voor verzekeringen. Succesvol beleid heeft in Nigeria geleid tot hogere rijstopbrengsten en meer teelten per jaar.
Minder voedselverspilling
Op de stelling van 60 procent meer voedsel op wereldschaal in 2050 is wel het nodige af te dingen. Het percentage wordt lager, als we minder gaan eten, minder vlees nuttigen en/of minder voedsel verspillen. Om de 60 procent te realiseren is het volgens Van Ittersum van belang dat we verlies aan goede landbouwgrond vermijden. 'Per saldo is er meer behoefte aan productiecapaciteit. Tot 2050 moeten we in de wereld meer voedsel produceren dan in al die eeuwen hiervoor. Dat is een hele uitdaging.'
De extra vraag zal niet gelijk over de wereld zijn verdeeld. De bevolkingsgroei zal zich vooral voordoen in Afrika en Azië. 'Waar inkomensgroei is, zal de vraag naar calorieën en dierlijke productie groter zijn. Meer vraag naar vlees betekent meer vraag naar graan', zegt Van Ittersum.
Bron Nieuwe Oogst