De aardappeltermijnmarkt had het afgelopen week zwaar te verduren als gevolg van een lauwe stemming bij de verwerkers om nieuwe handel te contracteren.
Al een paar weken is de koop belangstelling voor de spotmarkt geluwd. Voor de ’lange termijn’ werden indicaties gegeven ver onder de dagmarkt.  Het animo om te prijzen onder 25.0 euro was minimaal. Maar de standvastige opstelling van de verwerkers leidde er toe dat vorige week vrijdag de Belgapom notering één euro verlaagde. De termijnmarkt leek door een wesp  te zijn gestoken en zakte door de technisch steun van 23.0 euro. Bovendien werd de markt geconfronteerd met een Braziliaanse importheffing op frites, waardoor het vertrouwen in een hertel van de termijnmarkt nog verder afzwakte. Veel vrije aardappelen blijven onverstoorbaar achter de planken, maar gaande de week werden er toch partijen aangeboden tegen de lagere biedingen.
Afgelopen dinsdag kwam PCA/Fiwap door gebrek aan fysieke transacties met een indicatieve notering van 25.0 euro voor alle rassen. Maar in de tweede helft van deze week worden meer transacties gedaan en de noteringen in EU-4 buigen verder naar beneden. Emmeloord noteerde voor de reguliere industrie 21.0-24.0 (-1.625) euro en de Duitse AMI-notering kwam 1.35 euro lager uit op 22.58 euro. De Potato Index kwam donderdag op 24.60 (-0.80) euro en daarmee de laagste notering sinds 1 december jl. en brak naar beneden uit de bandbreedte 24.90-25.60 die kenmerkend was voor de laatste 12 noteringen op rij.
Het hoogste segment van de markt wordt bepaald door export van goede partijen aardappelen. De mutaties aan de bovenkant van de markt heeft een iets minder groot speelveld dan de mutaties aan de onderkant.
De termijnmarkt zakte dinsdag naar een dieptepunt van 19.60 euro. Woensdag herstelde de markt weer naar 21.0 euro maar donderdag kwam de markt opnieuw onder vuur na de publicatie van Emmeloord. De markt sloot donderdag op 20.0 euro. De openstaande positie voor april’17 is de afgelopen week 600 contracten geslonken tot ruim 6300 contracten.

© DVW