Waan van de dag regeert op uienmarkt
Het zou zo mooi worden, het uienseizoen 2016/2017, want de kaarten lagen er goed bij. Maar in maart moeten we constateren dat de hoge verwachtingen aan het begin van het seizoen bij lange na niet zijn uitgekomen. De waan van de dag regeert op de uienmarkt, is maar weer eens gebleken. Is er nog kans op een opleving?
De oogst van zaaiuien verliep het afgelopen jaar onder perfecte omstandigheden en met een matige opbrengst achter de planken was de marktstemming bij aanvang van het seizoen goed. Tel daarbij op het idee dat als de aardappelen duur zijn, de uien ook duur worden en met de voorgaande goede uienjaren moest het dit seizoen ook wel van een leien dakje gaan.
Maar de voorlopige oogstraming die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind oktober publiceert, zet telers op het verkeerde been. De opbrengst komt met 1,4 miljoen ton op het hoogste punt sinds 2011 uit. Ondanks de verwarring die de cijfers scheppen, want in de schuur van de teler en zijn buurman ligt juist minder, begint het uienseizoen met een goede stemming.
Stroefjes
Daarbij wordt vergeten dat aan de basis van de prijsvorming de exportvraag ligt. Na de oogst loopt de uitvoer stroefjes. Aangezien de vraag niet aantrekt en het aanbod toenam, er waren immers meer plantuien geplant, bekoelt de kooplust van de handel al snel. Dit heeft een negatieve uitwerking op de prijsvorming en de stemming.
Ook op Brazilië hoeft de Nederlandse uienhandel dit jaar niet te rekenen
Degenen die begin oktober handel deden voor levering in de maanden november en december op 14 tot 15 euro per 100 kilo, hebben het achteraf gezien goed gedaan. Op dat moment klonken de prijzen wat zuinigjes, maar in november kwam de markt in een dalende lijn terecht, waar het tot op heden nog niet uit ontsnapt is.
Eenzijdige situatie
Opvallend is dat er ondanks de rustige handel toch een recordvolume uien kan worden omgezet. Daarbij is Afrika koper nummer één. Wellicht een iets te eenzijdige situatie, want tot een vertaalslag naar een hogere prijs leidt dit niet.
Op dat moment is eigenlijk al aan te voelen dat het met de prijsvorming niet de goede kant opgaat. Begin december staat de markt onder druk. In een maand tijd zakken de beurzen terug van 13 naar 7 euro per 100 kilo.
Senegal
Het rappe tempo wordt onder meer ingegeven doordat topafnemer Senegal eerder dan verwacht op een importquotering overgaat. West-Afrika is het zwaarst vertegenwoordigd in de inkoop, maar de regio wordt steeds meer zelfvoorzienend en stelt dientengevolge ook meer marktprotectionistische maatregelen in. Opvolging van de afzet is er niet en de feesten aan het einde van het jaar kunnen ook niet voor een opleving van de markt zorgen.
Het nieuwe jaar begint dan ook zonder steun waardoor de beursprijzen op hun gat blijven liggen. Zonder export naar Afrika bevindt de markt zich in een lastige fase. Nu is februari altijd wel een dunne maand waarin exporteurs nieuwe markten moeten zien aan te boren, maar direct resultaat levert dat dit seizoen niet op.
Oost-Europeanen
Van kooplust uit Europa hoeft dan ook nog niet veel te worden verwacht. Veel landen hebben zelf nog uien en anders kijken de Oost-Europeanen eerst wat er in Polen, Duitsland en Oostenrijk is te krijgen. Ook de vraag uit Polen en Spanje blijft in tegenstelling tot vorig jaar uit. Met retailacties wordt geprobeerd de omzet op te krikken, maar merkbaar resultaat blijft uit.
Ook op Brazilië hoeft de Nederlandse handel dit jaar niet te rekenen, in tegenstelling tot de twee vorige seizoenen toen het Zuid-Amerikaanse land de tweede grootste uienkoper in de tweede helft van het seizoen was. In Panama is in 2014 een nieuwe afnemer gevonden; weliswaar geen bulkafzet met een kleine 11.000 ton in seizoen 2015/2016, maar toch. Het kenmerkt Nederland als mondiale gatenvuller en de sector kan dergelijke bestemmingen goed gebruiken.
Ongeloof
Eind januari komt er meer duidelijkheid over de opbrengst, als blijkt dat het CBS de definitieve cijfers naar beneden bijstelt. Het ongeloof dat telers aan het begin van het verkoopseizoen hadden, blijkt te kloppen: namelijk er is juist een kleinere oogst.
Hoewel nu duidelijk is dat het aanbod kleiner is dan eerder aangegeven, reageert de markt er niet op met een prijswijziging. Wat de markt ook parten speelt, is het gemis aan de voorraadmeting. Met het opheffen van Productschap Akkerbouw in 2016 kwam een einde aan deze marktinformatie. Het is het eerste seizoen dat de uienmarkt het zonder moet doen.
Terughoudend inkoopbeleid
De handel blijft doorlopen op voornamelijk kleine hoeveelheden naar een keur aan bestemmingen. Kopers blijken een terughoudend inkoopbeleid te voeren. De prijs kabbelt voort op het aanhouden van de werkvoorraden. In maart blijven de beursprijzen rond dezelfde niveaus hangen: tussen de 6 en 8 euro. Daarmee maakt de markt een stap zijwaarts.
Ook dit jaar maakt duidelijk dat de eerste seizoenshelft meer perspectief biedt dan de tweede. De vraag nu is: zit er nog een prijsopleving in de staart van het seizoen? Mochten telers in maart met aanbod van uien komen, dan zal de uienmarkt opnieuw richting gaan kiezen. Wanneer het aanbod beperkt blijft, zal de uienprijs zich zijwaarts gaan bewegen.
Gebrek aan vertrouwen
Sorteerders zijn nog niet voornemens voor de langere termijn uien te kopen vanwege gebrek aan vertrouwen. Ze hebben geen geloof in verbetering van de afzet.
Maar het kan verkeren op de uienmarkt. Kansen groeien als Brazilië een misoogst krijgt of als de temperaturen in Oost-Europa snel oplopen en de kwaliteit van de uien aldaar omlaag keldert. De Nederlandse exporteurs zullen ongetwijfeld snel op het gat inspringen met een goede prijs-kwaliteitverhouding in combinatie met een efficiënt logistiek netwerk.
Conclusie
De enige conclusie die te trekken is uit het huidige uienseizoen, is dat de uienmarkt steeds meer wordt geregeerd door de waan van de dag.
Bron Nieuwe Oogst