Fysieke aardappelmarkt komt iets in beweging
Afgelopen week werd de termijnmarkt nerveuzer. De eerste helft was nog redelijk rustig met noteringen tussen 20.0-20.8 euro. Ondanks dat de fysieke markt zich kenmerkt door geringe nieuwe handel richting de industrie, was er toch een aarzelende positieve beweging bij de Belgische industrie. Kennelijk is de dekkingsgraad bij sommige verwerkers niet voldoende ingevuld waardoor er belangstelling was tussen 21.0-22.0 euro voor de reguliere rassen. Bovendien blijft er interesse in het hogere segment voor Engeland, Zwitserland en Zuid-Europa. De termijnmarkt reageerde met een stevige plus. Na weken van een lamlendige handel door de verwerkers als gevolg van een iets moeizamere afzet, werd een iets ander geluid welkom ontvangen door de ‘bulls’ in de markt. Maar het is nog wel steeds een flinterdunne handel waar ook partijen rond 20.0 euro worden verkocht. Met het oplopen van de temperatuur kan het aanbod de onderkant van de markt blijven testen.
De Potato Index noteerde donderdag 21.90 (-0.20). Zowel de Duitse als de Nederlandse inbreng noteerden lager. De zuidelijke inbreng, België en Frankrijk, bleef ongewijzigd. Met nog vier wekelijke cycli te gaan heeft de termijnmarkt het disagio in de notering weggewerkt met een slotprijs van 21.70 euro. De leveringsmaand juni heeft afgelopen dagen een positieve verwachtingswaarde opgebouwd.
De nieuwe oogst vervolgt haar neutrale, zijwaartse koers met een toenemende interesse van hedge- en speculatieve contracten. Al vroeg in het seizoen wordt de verwachting uitgesproken (MARS) dat de hectare opbrengsten aanzienlijk hoger zullen zijn dan 2016 en 2.7 procent boven het vijfjaargemiddelde zal uitkomen. Een areaal uitbreiding ligt voor de hand, maar de beperkende factor zal het beschikbare pootgoed zijn. Aan de consumptie zijde is de sterk uitdijende industrie een fundamenteel gegeven waardoor ook voor het nieuwe seizoen voldoende componenten zijn die het prijsverloop voor onvoorspelbaar maken.
© DVW