Controle bepaalt noodzaak bespuiting
Wintertarwetelers kiezen er vaker voor om een voorbespuiting (T0) uit te voeren. Maar is dat altijd nodig? Drie gewasbeschermingsspecialisten van Delphy geven hun visie op de ziektebestrijding in wintertarwe. Ze gaan daarbij ook in op de meerwaarde van een bespuiting in de bloei tegen aarfusarium (T3).
'In de praktijk wordt regelmatig een T0-bespuiting uitgevoerd, terwijl het maar de vraag is of dat echt nodig is', stelt Johnny Remijn van Delphy. 'Het is geen dure bespuiting en veel telers zien het als een soort verzekeringspremie, zeker als er verhalen rondgaan over vroege aantastingen van roest in tarwepercelen.'
Het werkgebied van Remijn is Zuidwest-Nederland. Hij schat dat daar op zo'n 30 tot 40 procent van het tarweareaal T0-bespuitingen worden uitgevoerd. 'Deze bespuitingen zijn vooral rendabel als er sprake is van serieuze aantastingen door gele roest in gevoelige rassen. Gewascontrole geeft uitsluitsel over de noodzaak, maar veel tarwetelers gunnen zichzelf daarvoor niet de tijd in het voorjaar', merkt Remijn.
Gele roest
De situatie in tarwepercelen met betrekking tot gele roest en sneeuwschimmel bepaalt volgens Jan Salomons of een T0-bespuiting op het moment dat het gewas zich gaat strekken (GS 31) noodzakelijk is. 'Pas kort van tevoren kun je vaststellen of je wel of niet moet spuiten. In de winter vind je gemakkelijk roestvlekken. Pas als bij het uitstoelen blijkt dat ook jong blad is aangetast. Dan is een bespuiting vaak de juiste beslissing', legt hij uit.
Veel telers zien een T0-bespuiting als een soort verzekeringspremie, zeker als er verhalen rondgaan over vroege aantastingen van roest in tarwepercelen
JOHNNY REMIJN, GEWASBESCHERMINGSSPECIALIST DELPHY
Over sneeuwschimmel zegt de adviseur dat aantastingen in het voorjaar lastig te vinden zijn. 'Het zoeken van eerste symptomen is een uitdaging. Voor deze schimmel is een vroege bestrijding van belang om schade in de rest van het seizoen tegen te gaan.' Salomons is voor Delphy vooral actief in Flevoland.
Na een T0-bespuiting adviseert Salomons in principe geen andere strategie voor de hoofdbespuitingen tarwe. 'Op T0 bestrijden we vooral de roesten en vanaf T1 ligt de focus meer op septoria. Het is dan niet verstandig om later te spuiten of een lagere dosering toe te passen.'
Niet blind varen
Net als zijn collega's Remijn en Salomons waarschuwt Gert Snippe tarwetelers dat ze niet blind moeten varen op de resistentiecijfers voor gele roest op de rassenlijst voor wintertarwe. Hij doelt daarmee op het agressiever worden van de schimmel. 'Soms worden we verrast door aantastingen in rassen waarvan we dachten dat ze behoorlijk resistent waren.'
Snippe vertelt dat in Noordoost-Nederland T0-bespuitingen niet standaard zijn. 'Tarwetelers zijn op de zavel- en zandgronden scherp op de kostprijs. Maar ook in het Oldambt kijken ze goed naar vroege ziektedruk van gele roest en septoria en besluiten ze dan pas of een voorbespuiting wel of niet nodig is.'
Voor zijn werkgebied stelt gewasbeschermingsspecialist Snippe dat telers flexibel omgaan met de timing van hun T1- en T2-bespuitingen. 'Een goede bescherming tijdens de ontwikkeling van het gewas staat altijd voorop. Na een voorbespuiting kunnen de daaropvolgende bespuitingen wellicht iets naar achteren schuiven, maar op de doseringen zullen we niet beknibbelen omdat een gezond vlagblad bepalend is voor uiteindelijke opbrengsten.'
Gezondheid kippen en varkens
Over bespuitingen tegen aarfusarium (T3) zeggen Remijn en Salomons dat dit voor het zuidwesten van het land en Flevoland geen standaardbehandelingen zijn. Voor Snippe is dat anders. 'Op de lichtere gronden kiezen akkerbouwers met een veetak eventueel voor een T3-bespuiting als ze het geoogste product zelf opvoeren. Zij doen dit vanwege de gezondheid van hun kippen of varkens', legt hij uit.
'Verder doen tarwetelers met een eigen bewaring er vanwege het DON-gehalte alles aan om bij kwetsbaar weer de druk van aarfusarium laag te houden.'
Lastig te timen
Salomons wijst erop dat T3-bespuitingen lastig te timen zijn. 'Bij twee dagen nat weer aan het begin van de bloei geeft een preventieve bespuiting het beste resultaat. De bestrijding van aarfusarium is fingerspitzengefühl waarbij je én het weer én de ontwikkeling van het tarwegewas goed in de gaten moet houden.'
Bron Nieuwe Oogst