Zuinig bemesten kost opbrengst
Onderzoekers zouden graag een eenvoudige oplossing geven om nitraatnormen op zand te halen. Maar nitraatemissies blijken van veel zaken af te hangen. Conclusie: houd rekening met type bemesting, organische stof, grondbewerking en gewasrotatie.
Je moet voorzichtig zijn met het trekken van conclusies, als je nitraatemissies van organische mest en kunstmest met elkaar vergelijkt. Dat zegt Jaap Schröder van Wageningen University & Research. In de eerste instantie blijkt kunstmest eerder tot een verhoging van de nitraatgehaltes in het grondwater te leiden, benadrukt hij.
'Maar het effect van organische mest is op termijn niet anders. De mineralisatie uit deze mest neemt toe naarmate er jaar op jaar organische mest wordt gegeven en dat resulteert ook in nitraatemissie.'
Stapeleffect
De onderzoeker vervolgt: 'Bij organische mest profiteert de boer jaren van wat opa deed. Je moet het stapeleffect van die vorm van bemesting dus langer dan de gebruikelijke vier jaar volgen. De mineralisatie loopt meer dan vijftien jaar door. Herhaald gebruik leidt tot een hogere beschikbaarheid in de loop van de jaren.'
Bij organische mest profiteert de boer jaren van wat opa deed
Schröder wijst op onderzoek dat in de eerste jaren meer nitraatuitspoeling bij KAS laat zien en op lange termijn meer bij runderdrijfmest. Toch is dat volgens hem geen reden om het gebruik van dierlijke mest te beperken.
Hergebruik
'Een argument voor dierlijke mest is dat hergebruik moet. Het bevat naast stikstof en fosfaat sporenelementen en het is goed voor de organischestofvoorziening. Nadeel is dat de werking na de toediening trager op gang komt.'
De onderzoeker zegt dat dierlijke mest ervoor zorgt dat minder van de eindige hulpbron kunstmestfosfaat gebruikt hoeft te worden. Het is moeilijk die mest in te zetten met een minimale lekkage van nitraat. Vooral op droge zandgronden blijkt het een lastige opgave om producties op peil te houden en daarbij onder de stikstofnorm voor het grondwater te blijven.
Afstand
Volgens Janjo de Haan van Wageningen University & Research zit er nog behoorlijk afstand tussen de norm van 50 milligram nitraat per liter grondwater en de praktijk in het zuidoostelijk zandgebied. Hij zegt dat de cijfers nu op 75 milligram uitkomen. Dat is een gemiddelde. Op akkerbouwgrond is een nitraatcijfer van 80 tot 90 milligram per liter eerder gangbaar. Maatregelen voor de sector blijven komen, terwijl het halen van de norm uiterst moeilijk is.
Op proefbedrijf Vredepeel proberen de onderzoekers al sinds 1989 milieunormen en praktijkproductie met elkaar te verenigen. 'Het levert bouwstenen op en advies voor de teelt, maar we kunnen er niet gelijk beleid van maken', zegt De Haan.
Drie systemen
Op Vredepeel ligt onderzoek met een systeem met lage aanvoer van organische stof, een systeem met dierlijke drijfmest samen met kunstmest en een systeem met veel aanvoer van organische meststoffen. Bij het laatste systeem werkt het bedrijf biologisch met vaste mest.
Dwars over de proef onderzoekt het bedrijf de werking van compost en niet-kerende grondbewerking. Met zuinig bemesten op basis van de balansmethode valt het nog niet mee om, zelfs na jaren behandeling, duidelijke verschillen en werkbare adviezen uit de proeven te halen.
Balansmethode
De balansmethode is een zuinige bemesting op basis van metingen aan opbrengsten, gewasresten, mineralisatie en depositie. Volgens De Haan zorgt de zuinige bemesting ervoor dat de gewasopbrengsten achterblijven. Laboratoriumanalyses laten evenwel geen verminderde bodemvruchtbaarheid zien.
Bij het biologische systeem leek het tot 2013 erop dat opbrengsten toe kropen naar gangbaar, maar de laatste drie jaar halen die conclusie onderuit. De Haan zegt dat ziekten en plagen in het biologische systeem debet zijn aan achterblijvende opbrengsten. Mogelijk zijn resistente gewassen een oplossing.
Enorme neerslag
Het biologische systeem voldeed het beste aan de nitraatnormen, maar de enorme neerslag in de zomer van 2016 werkte door in de uitspoelingscijfers.
'Verder bleven we onder de norm. Behalve een hoger organischestofgehalte zagen we geen verbetering in de bodemkwaliteit ten opzichte van gangbaar. Bij niet-kerende grondbewerking waren er verschillen in stikstofuitspoeling. De effecten daarvan kunnen we nog niet presenteren. Die gaan we verder onderzoeken.'
Bron Nieuwe Oogst