‘Alternatief voor neonicotinoïden kost vijf jaar’
Een verbod van neonicotinoïden in de pil om het suikerbietenzaad zal bij 40 tot 50 procent van de telers zorgen voor een 5 tot 20 procent lagere opbrengst. 'Uitschieters naar 50 procent opbrengstderving zijn mogelijk', zegt Elma Raaijmakers van het IRS.
Een verbod op neonicotinoïden heeft naar verwachting een groot effect op de bietenteelt, blijkt uit een analyse van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Suiker Unie gaat uit van een gemiddeld verlies aan wortelopbrengst van 7 procent en een 17 procent lager financieel resultaat. De opbrengstderving is onder andere afhankelijk van het weer en de ziektedruk.
Bij het nuttige effect van een verbod voor insecten en milieu plaatst Elma Raaijmakers van het IRS vraagtekens, omdat telers vaker volvelds moeten spuiten. 'Waarom een verbod op neonicotinoïden in de pil van bietenzaad? Bieten zijn niet of nauwelijks interessant voor bijen. Een gewas bieten bloeit niet. Telers verwijderen schieters zo snel mogelijk.'
Verantwoordelijkheid
Suiker Unie heeft landbouwminister Carola Schouten opgeroepen om haar verantwoordelijkheid te nemen voor de negatieve gevolgen van een verbod van neonicotinoïden. 'We zijn benieuwd wat de minister voor alternatieven ziet', zegt Raaijmakers. 'Voor goede alternatieven heb je snel vijf jaar nodig.'
Echte alternatieven met dezelfde werking zijn niet voorhanden
ELMA RAAIJMAKERS, ONDERZOEKER IRS
De EU-lidstaten hebben vrijdag 27 april ingestemd met een inperking van drie neonicotinoïden in open teelten: imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam. De toepassing blijft alleen mogelijk in gesloten, permanente kassen. De regelgeving moet eind 2018 definitief ingaan.
Impact
Als een verbod op de drie stoffen van kracht wordt, heeft dat impact op de teelt van pootaardappelen, graszoden, suikerbieten, voederbieten, hop en onbedekte teelt van bloembol- en bloemknolgewassen. De teelt van andijvie, sla en boerenkool lijdt er ook onder, blijkt uit een analyse van de NVWA.
Bij een verbod van neonicotinoïden in de pil bij bietenzaad zal de insectenbestrijding in de teelt van suikerbieten een grotere uitdaging worden. 'De werking van de neonicotinoïden tegen insecten gedurende de eerste acht tot tien weken gaan we namelijk missen. Bietentelers zullen daardoor vaker met de veldspuit het land in moeten', zegt Raaijmakers.
Alternatief
Een alternatief is Force 20CS, een insectenbestrijdingsmiddel via zaadbehandeling. Force is onder andere werkzaam tegen bodeminsecten. 'Maar Force werkt niet zo goed als neonicotinoïden', weet de IRS-onderzoeker. 'Vooral bij een zware insectendruk moet je rekening houden met plantwegval.'
Vydate in de zaaivoor kan schade in bieten door onder andere bietenkever, springstaarten en emelten voorkomen. 'Aan dit alternatief hangt wel een duurder prijskaartje. Telers zullen terughoudend zijn om dit middel in te zetten. Daar komt bij dat lang niet alle zaaimachines van een granulaatstrooier zijn voorzien.'
Volveldsbespuiting
De praktijk zal zijn dat telers vaker een volveldsbespuiting tegen insecten moeten uitvoeren. 'Bietentelers worden gedwongen om middelen te gebruiken die minder goed zijn voor toepasser, dier en milieu. Geen enkele teler zit te wachten op meer actieve stof. Zonder neonicotinoïden zetten we een stap terug in de tijd.'
Bij volvelds spuiten met insecticiden krijgt de teelt te maken met verminderde gevoeligheid van insecten, met natuurlijke vijanden die ook worden bestreden en met (jonge) teeltadviseurs en telers die de schade onvoldoende herkennen. Het IRS wil daarom meer gaan doen aan schadeherkenning door insecten om schade te voorkomen.
Timing
Daarnaast is het in de nieuwe situatie belangrijk dat telers goed waarnemen. Bovendien is timing van de inzet van insecticidenbespuitingen cruciaal voor een goed resultaat. Insectenbestrijding gaat dus meer aandacht vragen van teler en teeltadviseur ten opzichte van de situatie met neonicotinoïden.
Raaijmakers wijst erop dat het IRS al langer bezig is met onderzoek naar nieuwe chemische en biologische middelen en mogelijkheden om natuurlijke vijanden te stimuleren. Volgens haar is daar zeker een jaar of vijf voor nodig.
'Eerder is binnen Topsectoren een projectvoorstel ingediend om te zoeken naar duurzame alternatieven. Neonicotinoïden stonden toen nog niet ter discussie en het verzoek is afgewezen. Dat is jammer', aldus Raaijmakers, 'anders waren we nu al dichter bij praktijkrijpe alternatieven geweest.'
Overgebleven zaad
Vanaf 2018 is het voor bietentelers niet meer mogelijk om het overgebleven bietenzaad terug te leveren. Als telers dit op een goede manier bewaren, kan het bietenzaad volgend jaar nog prima worden gebruikt. Bij een verbod op nenonicotinoïden vervalt die mogelijkheid. Het is voor Suiker Unie nog onbekend hoe telers moeten omgaan met het overgebleven bietenzaad.
Om het bietenzaad goed te kunnen bewaren, heeft Suiker Unie afgelopen winter tijdens de telersvergaderingen circa vierduizend bewaarkitten uitgedeeld. Als het verbod op neonicotinoïden werkelijkheid wordt, hebben die dit seizoen waarschijnlijk weinig nut.
Bron Nieuwe Oogst