Met een verbetering van de landbouw is het in 2050 mogelijk om binnen de milieugrenzen voedsel voor 10 miljard mensen te produceren. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen Universiteit en de universiteit van Oxford. “Om dat ook daadwerkelijk te realiseren, is op verschillende punten verandering nodig”, zeggen de onderzoekers. “Geen enkele oplossing alleen voldoende om het overschrijden van de milieugrenzen te vermijden. Met een combinatie van maatregelen kan het dus wel.” Het veranderen van ons voedingspatroon en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door meer plantaardige voeding te produceren zijn volgens de onderzoekers een uitstekende startpunt.
Als er aan het huidige voedselsysteem niets verandert, neemt de milieu-impact ervan met 50 tot 90 procent toe in 2050, berekenden de wetenschappers. Om in 2050 voedsel voor 10 miljard mensen te kunnen produceren, is er op verschillende punten verandering nodig. Wat er dan juist moet veranderen, hebben de onderzoekers neergepend in een artikel, verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

Volgens de onderzoekers van de Universiteit Wageningen en de universiteit van Oxford is geen enkele oplossing alleen voldoende om het overschrijden van de milieugrenzen te vermijden. “Een combinatie van verschillende maatregelen kan wel werken”, zeggen de onderzoekers. En niet enkel de producenten, ook de consumenten zullen hun steentje moeten bijdragen. “Ook consumenten moeten hun voedingspatroon veranderen, wat neerkomt op meer voedsel van plantaardige oorsprong, minder voedsel verspillen en afval recyclen.”

“De landbouw kan de uitstoot van broeikasgassen verminderen door meer plantaardige voeding te produceren”, concluderen de onderzoekers. Ook beter gebruik van mest, landbouwgrond en zoet water kan de milieu-impact met 10 tot 25 procent verminderen. “Dit zou dan wel op mondiale schaal moeten worden toegepast.” Volgens de Wageningse onderzoeker Wim de Vries moeten de huidige managementmethoden en technologieën verbeterd worden. “Op die manier wordt de druk op landbouwgrond minder, wordt zoet water beter aangewend en wordt het kunstmestverbruik verminderd.” Landbouwers een eerlijke prijs garanderen voor het voedsel dat ze produceren is daarbij een belangrijke stimulans.

Behalve vanuit de landbouw is volgens de onderzoekers ook inzet nodig van andere partijen in de voedselketen, vooral voor het terugdringen van voedselverspilling. “Hiervoor moeten opslag en transport, verpakkingen en etikettering, wetgeving en gedrag in de voedingsindustrie op de schop”, besluiten ze.
Bron VILT