Groei areaal eiwitgewassen is lastig
Dat bleek woensdag op de bijeenkomst van Nevedi en het Comité van Graanhandelaren in Werkendam. De kans van slagen is klein omdat het plantaardige eiwit jaarrond beschikbaar moet zijn voor de voerproducenten. Een ander probleem is dat rantsoenen moeten worden aangepast als importeiwit wordt vervangen door in Europa geteeld plantaardig eiwit. “Deze herformuleringen zijn vaak kostbaar voor voerproducenten”, zei Karel van Bommel, medewerker bij DG Agri en Plattelandsontwikkeling.
Aanwezigheid van grote havens in Rotterdam en Antwerpen
Ook de aanwezigheid van grote havens in Rotterdam en Antwerpen is een drempel voor de grootschalige teelt van eiwitgewassen in Europa. Van Bommel: “De eiwitgewassen moeten concurreren met de import van grondstoffen. De teelt kan het beste worden gestimuleerd in gebieden zonder grote havens.”
Regionale aanpak
Als de EU toch de teelt van eiwitgewassen wil stimuleren, dan pleit Van Bommel voor een regionale aanpak. “Er zijn regionale plannen nodig om de eiwitvoorziening te verbeteren. Voererwten en veldbonen worden vooral in Noord-Europa en het Verenigd Koninkrijk geteeld. Luzerne en sojabonen staan vooral op de akkers in Centraal- en Oost-Europa. In Zuid-Europa wordt plantaardig eiwit vooral geteeld via voedingserwten.”
Kleinere afzetmarkten
Van Bommel ziet de afzet van plantaardig eiwit vooral groeien in de kleinere afzetmarkten. “Dan moet je denken aan voer zonder GMO-grondstoffen, de biologische sector en andere sectoren die zich richten op duurzame productie. De productie van biologische producten van dierlijke afkomst groeit jaarlijks met 10%. De markt voor vleesalternatieven groeit jaarlijks met 14%.”
Bron Boerderij