De meeste nog te rooien bietenpercelen zijn te vinden in Noord-Holland, West- en Oost-Brabant en op de noordelijke dal- en veengronden. Dit jaar staat 6 procent van het areaal gelijk aan iets minder dan 5.000 hectare. Vorig jaar stond aan het begin van week 51 nog 2 procent van de suikerbieten in de grond.

Uit de kwaliteitscijfers van Suiker Unie blijkt dat het suikergehalte is gedaald naar 16,3 procent. Het gemiddelde van de lopende campagne lijkt uit te komen op 16,4 procent suiker, dat is 0,5 procent lager dan het meerjarig gemiddelde.

Doorbraak resistentie

Het lagere gehalte heeft volgens Suiker Unie alles te maken met het natte najaar. Ook is er meerdere teeltgebieden sprake van doorbraak van de standaardresistentie tegen rhizomanie, vertelde buitendienstmedewerker Peter Koopmans vorige week tijdens een telersvergadering in Wieringerwerf. ‘Dit uit zich vaak in een lagere suikerproductie.’

Het tarragehalte van de afgelopen week verwerkte suikerbieten komt uit op 13,6 procent. Over de hele campagne is het gehalte aan tarra met 11,7 procent zo’n 2 procent hoger dan het meerjarig gemiddelde. Dit is vooral een gevolg van de moeizame oogstomstandigheden. In de Wieringermeer is het tarragehalte zelfs 4 procent hoger, meldt Koopmans. ‘Hier is het na half september niet meer droog geweest.’

Tegenvallende kwaliteit

Alle kwaliteitscijfers vallen tegen in deze campagne, verklaart Koopmans. Ook de winbaarheid bij de verwerking van de suikerbieten is opmerkelijk lager dan voorgaande jaren. ‘We moeten het nu doen met een index van 89,6 en dat is ruim 1 indexpunt lager dan normaal. De tegenvallende winbaarheid lijkt een gevolg van de vele hergroei op de bietenpercelen.’