In de berekeningen, de optelsom van de beginvoorraad en de verwachte productie gaat USDA voor het seizoen 2020-2021 nu uit van een wereldwijde beschikbaarheid van tarwe van 1.072,7 miljoen ton. Dit is 1,6 miljoen ton lager dan vorige maand is berekend.

Belangrijke aanpassing van USDA is het gestegen verbruik van tarwe met 1,8 miljoen ton tot 759,5 miljoen ton. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan China, Rusland en de Verenigde Staten. De hogere prijzen voor mais verklaren voor een belangrijk deel dat wereldwijd veevoerfabrikanten meer tarwe gebruiken als grondstof voor hun eindproducten.

Productierecord voor Rusland

De productieprognose voor China en Argentinië is naar beneden bijgesteld. Op basis van recente overheidscijfers wordt de Chinese tarweoogst nu geraamd op 134,2 miljoen ton. Dit is 1,8 miljoen ton lager dan eerdere voorspellingen. De Russische tarweproductie wordt daarentegen 1,3 miljoen ton hoger ingeschat. Een totale tarweoogst van 85,3 miljoen ton betekent een nieuw record voor Rusland.

Op de internationale handelsmarkt heeft USDA het totale exportvolume nauwelijks aangepast. Wel zijn er enkele landen, zoals Canada, de Europese Unie en India, die naar verwachting wat meer tarwe naar het buitenland gaan verkopen. Daartegenover staat de verwachte daling van de tarwe-export vanuit Rusland. Dit is het gevolg van de exportbelasting en het exportquotum dat Rusland overweegt in te stellen vanaf half februari.

De aanpassingen op de tarwebalans door USDA zorgen ervoor dat de berekende eindvoorraad op 1 juli 2021 3,3 miljoen ton lager is dan in het WASDE-rapport van december. USDA gaat nu uit van een eindvoorraad van 313,2 miljoen ton. Bij een wereldverbruik van 759,5 miljoen ton tarwe is dit genoeg voor 21,4 weken consumptie.