Hoge graanprijzen maken veevoer duur
Volgens het Amerikaanse landbouwministerie (USDA) is wereldwijd meer mais beschikbaar dan waar analisten op hadden gerekend. Dat blijkt uit de nieuwste publicatie van het Wasde-rapport, dat 9 februari is verschenen. De maisnoteringen piekten vorige week op het hoogste niveau in zeven jaar, maar zakten na de publicatie. De maisnotering voor het eerst aflopende contract daalde in 4 dagen met 3% op de termijnmarkt in Chicago. Voor het eerst aflopende sojacontract was de daling 1%. Daarbij trokken ze de tarwenoteringen mee omlaag. Of deze daling de aanloop is tot verdere prijsdalingen, is de vraag. Er zijn namelijk veel verschillende factoren die de graanmarkt beïnvloeden. Zo blijft de wereldproductie van mais en soja achter bij het verbruik in seizoen 2020-‘21, waardoor er een stevige bodem in de markt ligt. Voor tarwe is de wereldproductie wel groter dan het verbruik, maar vraag en aanbod kruipen dit seizoen steeds verder naar elkaar toe. Daarbij wordt de tarweprijs meegetrokken door de hoge maisprijzen, omdat tarwe als vervanger voor dure mais wordt gebruikt door de veevoerindustrie.
Dure grondstof
Veevoederleveranciers merken ook dat verschillende grondstoffen beperkt voorradig zijn, met hoge prijzen als gevolg. Over de hele linie zijn mengvoerprijzen volgens Wageningen Economic Research tussen oktober vorig jaar en afgelopen januari rond € 15 per ton in prijs gestegen. Prognoses tot nog toe geven aan dat deze prijzen naar de zomer toe nog zeker € 15 tot € 20 verder in prijs kunnen stijgen. Waar ondernemers kunnen en willen, zoeken ze alternatieven in de bijproducten. Ook daarvan zijn de prijzen gestegen door dure grondstoffen, maar ook is een deel van de prijsstijging te herleiden tot corona. De productie van bier, aardappelproducten en ethanol staan in meer of mindere mate onder druk.
Internationale prijzen van sojabonen
Ook de internationale prijzen van sojabonen liggen op een hoog niveau. De prijsindex voor sojabonen van de International Grains Council (IGC) stond begin deze week op 276 punten (januari 2000 = index 100). Dat is 57% boven het niveau van vorig jaar. De IGC-index is een maatstaf van de prijs van sojabonen in de wereld. Het huidige aanbod sojahullen vanuit Zuid-Amerikaanse landen is niet groot. Deels door oogstvertragingen door neerslag in Brazilië, maar ook omdat in Argentinië stakingen zijn geweest, waardoor de aanvoer niet soepel liep. Omdat Brazilië komend seizoen een recordoogst verwacht, wordt verwacht dat de sojaprijs pas in april kan gaan dalen als de oogst daar achter de rug is. Met de kennis van nu lijkt voor granen een prijsdaling niet eerder te verwachten dan na de komende oogst. Rabobank verwacht dat de voorspellingen van het USDA in het laatste Wasde-rapport een neutraal effect hebben op de prijzen voor tarwe, mais en soja. De vraag naar graan en soja op de wereldmarkt is zo groot omdat China zelf minder produceert dan in eerste instantie werd gedacht. Bovendien wordt in China de varkensstapel weer opgebouwd na de verwoestende uitbraken van Afrikaanse varkenspest.
Analisten: onzekerheden verwerkt in prijzen
De Rabo-analisten stellen dat de onzekerheden in de graan- en sojamarkten wel zijn verwerkt in de prijzen. De graan- en sojahandel kijkt nu vooral naar hoe de wintertarwe straks uit de winter komt op het noordelijk halfrond. Ook van belang is of het groeiseizoen vroeg of laat op gang komt. Daarnaast houdt de handel nauwlettend in de gaten welke gewassen akkerbouwers straks kiezen om te gaan zaaien op hun akkers.
Bron: Boerderij