Geen reden suikerbeleid om te gooien
Level playing field blijft een belangrijk uitgangspunt voor het suikerbeleid, maar soms is het goed andere belangen ook mee te wegen.
De Europese suikermarkt is geliberaliseerd. Tenminste, grotendeels. Bij het afschaffen van de quotering, in 2017, mochten landen nog een deel van de steun aan bietentelers in de benen houden. De meerderheid van de landen koos daar inderdaad voor, om de veelal kleine eigen bietenboeren te beschermen. Dit zijn niet de belangrijkste productielanden. Nederland zit er ook niet bij.
Dit wijkt af van het principe van het ‘level playing field’, het gelijke speelveld. Dat is een belangrijk uitgangspunt: gelijke monniken, gelijke kappen binnen de EU. Iedereen dezelfde kansen en geen valse concurrentie, bijvoorbeeld door staatssteun. Het was dan ook spannend hoe dit zou lopen: werkt de blijvende steunmogelijkheid marktverstorend?
Verstoring suikermarkt
Uit onderzoek blijkt nu dat die verstoring erg beperkt is. Ze leidt tot een productieverhoging over de hele EU van 1,3%; een plus van 5,7% in de 11 landen met steun en een daling van 0,3% in de 8 landen zonder steun (de overige EU-landen hebben geen suikersector).
Tegenstanders van deze resterende vorm van suikersteun hebben dus in principe gelijk: er is verstoring van de markt. Maar de gevolgen zijn zeker niet ontwrichtend te noemen. Deze studie is geen alarmbel en biedt onvoldoende argumenten om dit beleid nu om te gooien.
Level playing field blijft een belangrijk uitgangspunt, maar soms is het goed andere belangen ook mee te wegen, in dit geval die van kleine boeren in landen met een wat minder ver ontwikkelde sector.
Bron: Food & Agribusiness