Graanmarkt komt in rustiger vaarwater
Het Amerikaanse landbouwministerie USDA voorspelt in de eerste prognose voor het seizoen 2021-2022 dat na twee jaar van dalingen de wereldwijde voorraden van mais en soja weer gaan stijgen. De verwachte tarwevoorraad is stabiel. Voorwaarde is wel dat oogst 2021 voor tarwe een recordproductie oplevert.
De tarwemarkt reageert scherp op het World Agricultural Supply and Demand Estimates (Wasde)-rapport dat USDA vorige week publiceerde. Op de Matif in Parijs daalde de termijnnotering voor maaltarwe op levering in september in korte tijd van 232 euro per ton naar een niveau van ongeveer 212 euro per ton. Eind april werd het meicontract voor maaltarwe nog afgehandeld op ruim 257 euro per ton.
Het rustiger vaarwater waar de tarwemarkt en eigenlijk de hele graanmarkt zich in bevinden, is vooral een gevolg van de recordproducties die USDA voorspelt voor zowel tarwe als mais en sojabonen. Voor mais en sojabonen geldt dat de wereldwijde voorraden voor het eerst sinds het seizoen 2018-2019 weer iets toenemen, volgens de Amerikaanse berekeningen.
Specifiek voor tarwe gaat USDA ervan uit dat de wereldproductie stijgt tot 789 miljoen ton. Dat is ruim 1,5 procent meer dan de verwachte productie voor 2020-2021. De beschikbaarheid van tarwe wereldwijd, uitgaande van een beginvoorraad van bijna 295 miljoen ton, komt daarmee op 1.084 miljoen ton. Ofwel 8,1 miljoen ton meer dan dit jaar.
De grotere beschikbaarheid van tarwe schrijft USDA toe aan het hogere productiepotentieel in Argentinië, de Europese Unie, Marokko, Oekraïne en de Verenigde Staten zelf. Daartegenover staan lagere opbrengstprognoses voor Australië en Canada. Voor Rusland verwacht USDA met 85 miljoen ton een evenaring van de recordoogst van afgelopen jaar.
Tarweverbruik
Voor het tarweverbruik zet USDA voor 2021-2022 in op een verhoging van 7,8 miljoen ton tot ook een recordniveau van 788,7 miljoen ton. Deze trendmatige stijging is volgens de analyse van de Amerikaanse overheid toe te schrijven aan de humane consumptie en het industrieel verbruik. Voor tarwe in veevoer blijft het gebruiksniveau van afgelopen jaar gehandhaafd op zo’n 158,7 miljoen ton. Dat steeg voorgaande jaren al sterk vanwege de hoge prijzen voor mais en soja.
USDA houdt rekening met een stijging van de wereldhandel in tarwe met 1,4 procent tot 202,4 miljoen ton. Op de wereldmarkt stijgt met name de vraag vanuit Algerije, Indonesië en het Midden-Oosten. Voor China, Pakistan en Marokko geldt dat de import iets naar beneden is bijgesteld vanwege de grotere beschikbaarheid van tarwe in eigen land. China gaat waarschijnlijk opnieuw meer tarwe uit de eigen strategische voorraden gebruiken.
Rusland grootste exporteur
Rusland blijft ook in 2021-2022 de grootste tarwe-exporteur, met een verwacht volume van 40 miljoen ton. Dat is zelfs nog een fractie meer dan in het lopende seizoen. Ook voor Argentinië, de Europese Unie en Oekraïne worden hogere exportvolumes ingeschat. Voor Australië, Canada en de Verenigde Staten stelt USDA de export juist naar beneden bij.
De wereldwijde tarwevoorraden veranderen nauwelijks bij de verwachte opbrengst- en verbruikscijfers. De theoretische eindvoorraad voor 1 juli 2022 berekent USDA op 295 miljoen ton. Daarvan ligt dan bijna 142,4 miljoen ton opgeslagen in China. Dit is 48 procent van de wereldvoorraad, maar wel 3 miljoen ton minder dan de beginvoorraad van het seizoen dat over anderhalve maand van start gaat.
Bron: Nieuwe Oogst