Neerslag in Noord- en Oost-Duitsland dringend nodig
De graangewassen in Duitsland stevenen uitgaande van de ontwikkelingen tot dusver op een oogst van 44,2 miljoen ton af. Dat schat het Deutsche Raiffeisenverband (DRV) in zijn jongste dinsdag 15 juni gepubliceerde raming.
Ten opzichte van vorig jaar zou de oogst daarmee 1 miljoen ton hoger uitvallen dan vorig jaar. De koolzaadoogst kan op 3,7 miljoen ton uitkomen: plus 150.000 ton meer dan in 2020.
Kleine watervoorraad
De komende drie weken zijn wel van doorslaggevend belang. Veel granen, waaronder de tarwe (met een aandeel van 50% in het ingezaaide areaal), bevinden zich in de korrelvullingsfase en voor een bevredigend resultaat is een toereikende waterbevoorrading noodzakelijk. In het Noorden en Oosten begint het water echter krap te worden. Als het niet gauw in noemenswaardige omvang gaat regenen is dat schadelijk, vreest de belangenorganisatie van de coöperatieve graanhandel. In het Zuiden en Westen is de waterbevoorrading tot dusver geen probleem.
Achter op schema
Qua ontwikkeling lopen de gewassen op dit moment nog een week tot tien dagen achter op het normale schema, maar dat is al minder dan halverwege mei toen nog sprake was van een achterstand van twee tot drie weken. Op basis van deze stand van zaken schat het Raiffeisenverband dat de oogst van de eerste wintergerst in de eerste dagen van juli van start kan gaan. Dat is ongeveer een week later dan gemiddeld in de afgelopen jaren. Als het begin van de oogst uitgesteld moet worden kan de bevoorrading van de verwerkers in het gedrang komen. De graan- en koolzaadvoorraden zijn zo goed als op en bij verder uitstel van de oogst staan de verwerkers een tijdlang met lege handen, aldus het DRV.
De organisatie komt in juli en augustus nog met nieuwe actualiseringen van de oogstprognose.
Bron: Food Agribusiness