VS verbruikt in 2012 meer bio-ethanol
Washington – De Amerikaanse overheid heeft de bijmengverplichting voor bio-ethanol verhoogd per 1 januari.
Tevens is de invoerbelasting op bio-ethanol geschrapt. Daarom is het onzeker of de hogere bijmengverplichting leidt tot een groter maisverbruik. Het Amerikaanse overheidsbureau voor het milieu (EPA) heeft bepaald dat in 2012 minstens 58 miljard liter bio-ethanol door fossiele brandstoffen moet worden gemengd. Dat komt neer op een bijmengpercentage van 9,2 procent. In 2011 lag de verplichting op 53 miljard liter. Tevens heeft de EPA bepaald dat 33 miljoen liter ethanol uit cellulose moet zijn gewonnen. Dat komt neer op een bijmenging van 0,006 procent. De EPA geeft aan dat dat weinig is, maar er is onvoldoende beschikbaar. Het ontbreekt in de VS aan grootschalige fabrieken waar uit cellulose ethanol kan worden gewonnen. Voor biodiesel heeft de EPA de bijmenging vastgesteld op 0,9 procent.
Daarnaast heeft het Congres in de VS besloten om het invoerrecht voor bioethanol niet te verlengen. Daardoor is de invoer van bio-ethanol in de VS met ingang van 1 januari 2012 vrij van enige vorm van heffing, meldt het Productschap Akkerbouw in het Weekbericht Granen. De invoerheffing is jaren geleden ingevoerd, tegelijk met de subsidie op de productie van bio-ethanol. Daardoor kreeg Brazilië, tot dan de grootste exporteur van bio-ethanol, moeilijk toegang tot de Amerikaanse biobrandstoffenmarkt. Door de tegenvallende suikeroogst in Brazilië is de productie en export van bio-ethanol de laatste maanden fors afgenomen, stelt het productschap. Brazilië importeert nu zelfs bio-ethanol uit de VS.
Het is de vraag of de hogere bijmenging leidt tot een groter maisverbruik, omdat nu gemakkelijker bio-ethanol kan worden geïmporteerd. Dit seizoen gaat het ministerie van landbouw (USDA) er vanuit dat 40 procent van alle in de VS geteelde mais wordt verwerkt tot bio-ethanol. De massale verwerking tot bio-ethanol ondersteunt de maisprijs.
Bron: AGD