Aandeel graan in akkerbouw neemt sinds 2000 voortdurend het meest af
Procentueel bedroeg de afname van het areaal akkerbouwgewassen 16 procent. Dit jaar is er nog 528.660 hectare akkerbouw in Nederland. In 2000 hadden akkerbouwers 105.780 hectare meer in gebruik. Ook de veehouderij leverde sinds 2000 aanzienlijk in. Bijna 50.000 hectare minder grasland in 20 jaar tijd. Het areaal vollegrondsgroente daalde niet. Sinds 2000 groeide deze vorm van landgebruik van 81.060 hectare naar 95.120 hectare dit jaar. Het vrijkomende landbouwareaal is gebruikt voor woningbouw, aanleg van wegen en natuur.
Pootaardappelteelt toegenomen
Het vorig decennium is de trend wel gekeerd in de akkerbouw. Minder akkerbouwgewassen dan in 2016 telde het CBS sinds 2000 niet, namelijk 503.660 hectare. Daarna steeg het areaal akkerbouwgewassen enkele jaren licht. De laatste jaren stabiliseert het areaal akkerbouwgewassen rond de 530.000 hectare.
De oppervlakte consumptieaardappelen daalde sinds 2000 van 180.160 naar 161.220 hectare. Maar het areaal pootaardappelen nam iets toe, van 41.800 hectare in 2000 naar 44.070 dit jaar. Aanvankelijk daalde ook de omvang van de pootaardappelteelt naar minder dan 37.000 hectare in de jaren 2007 en 2008. In de daarop volgende jaren groeide het areaal pootgoed weer. Weliswaar aanvankelijk met horten en stoten, maar sinds 2015 nam het areaal jaarlijks langzaam maar gestaag met enkele honderden hectares toe.
Aardappelzetmeel en frites
De oppervlakte zetmeelaardappelen is relatief langzaam maar gestaag gedaald van 50.950 naar 42.310 hectare in 2012, om daarna weer enkele jaren toe te nemen in omvang met enkele duizenden hectares. De laatste jaren stabiliseert het areaal zetmeelaardappelen rond de 45.000 hectare.
Het dieptepunt in areaal consumptieaardappelen is al vrij lang geleden: 67.450 hectare in 2012. De laatste jaren naderde het areaal weer bijna de 80.000 hectare, maar vanwege de grote gevolgen van de coronacrisis in de fritesaardappelteelt daalde het consumptieaardappelareaal dit jaar fors, naar 71.730 hectare. Van 2011 op 2012 nam het areaal consumptieaardappelen voor het laatst in vergelijkbare omvang af.
Zomer- of wintergraan?
De oppervlakte granen daalde het meest, zowel in hectares als procenten. Van 225.750 hectare in 2000 naar 174.440 hectare dit jaar, met horten en stoten. Een afname van 30 procent. Maar de jaarlijkse schommelingen zijn vrij groot. Toe-of afname van het areaal met meer dan 10.000 hectare graan zijn geen uitzondering. De gerstteelt nam sneller af in omvang dan de tarweteelt. Sinds 2000 daalde het areaal gerst van 47.000 naar 30.220 dit jaar.
Deze afname is vooral toe te schrijven aan het areaal zomergerst. Wintergerst nam sinds 2000 juist toe in areaal, van 3630 hectare naar 9810 dit jaar. Het tarweareaal was in 2000 ruim 16.000 hectare groter dan dit jaar, maar met 120.400 hectare is het nog steeds wel het grootste akkerbouwgewas. Door de jaren heen schommelt de verhouding tussen zomer-en wintertarwe sterk. Dit jaar is ongeveer 1 op de 10 hectare zomertarwe, maar sinds 2000 zijn er ook jaren voorgekomen dat de verhouding 1 op 4 was. In 2011 zelfs 1 op 3.
Suikerbieten dieptepunt in 2015
Het suikerbietenareaal daalde van 110.950 hectare in 2000 naar 81.140 hectare dit jaar. De periode rond 2015 was extreem. In dat jaar reikte areaal suikerbieten niet verder meer dan 58.440 hectare na een snelle afname van 17.000 hectare in één jaar, om daarna in twee jaar tijd te stijgen naar 85.000 hectare. Sindsdien is het areaal gestabiliseerd op ruim 80.000 hectare.
Bron: Akkerwijzer