VTA: grote verschillen in uienopbrengst
De uienoogst van 2021 is iets lager dan in 2020. Dat is de eerste schatting van de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA). Een gemiddelde is slecht vast te stellen door de grote verschillen tussen de percelen. Vooral boven de grote rivieren is de opbrengst lager dan vorig jaar, in het zuidwesten is de oogst juist beter.
Telers in Noord-Nederland zien dit jaar grote verschillen tussen de eigen percelen. Individuele telers melden 30 ton per hectare over diverse percelen. Door de grote verschillen kan niet goed een betrouwbaar gemiddelde worden berekend.
In het noorden waren de opbrengsten zo’n 3 procent lager voor de gele uien. De opbrengst van de rode uien is in het noorden ongeveer 25 procent lager. In Zuid-Nederland is de opbrengst per hectare van de gele uien ongeveer 12,2 procent hoger dan vorig seizoen. De rode uienopbrengst is daar zo’n 15 procent lager.
Enkele tonnen lager
Het beeld bij uientelers in het noorden is dat de gemiddelde opbrengst wel enkele tonnen lager is dan afgelopen jaar. Telers die de uien al hadden ingeschuurd denken dat deze 3 tot 7 ton per hectare lager is. Mogelijke oorzaak is dat percelen die het eerst ‘klaar’ waren het best zijn. Latere percelen hebben gemiddeld een mindere opbrengst door een hollere stand of schade van bodemherbiciden. Bij deze eerste opbrengstraming waren de mindere percelen nog niet gerooid.
Het percentage 60 millimeter opwaarts is gemiddeld 60,2 procent. Dat is 6,6 procent lager dan vorig seizoen. Vooral bij de rode uien is de grofte minder: 55,3 procent tegenover 66,4 procent vorig jaar. Bij de gele uien is dat 61,1 procent ten opzichte van 66,8 procent.
Bron: Nieuwe Oogst