Varkenshouders en slachterijen moeten meer geld genereren.
De vleeshandel kan de mutatie aan de inkoopzijde niet volledig door calculeren. Geen nieuws, oude koeien. Ook als de noteringen, afgelopen vrijdag, minder hard waren gestegen, was de muziek het zelfde gebleven. Meer pecunia in de onderste lagen van de verticale varkenskolom te generen heeft namelijk hetzelfde effect als tegen de stroom in te varen. Maar de producenten hebben geen boodschap aan de informatie van de slachterijen. De primaire sector wil en moet zo snel mogelijk weer een redelijke prijs krijgen. En laten we wel zijn, met een big van €60 en voerkosten van €65 blijft er bij €1.55 p/kg geslacht ruim €15 over voor de vleesvarkenshouder, waar alle resterende kosten van betaald moeten worden. Dat kan dus niet. Een verdere stijging van de varkensprijs is voor vrijdag reëel. Het aanbod is krap. Ondanks dat er wel geanticipeerd wordt op een verdere stijging (aanbod tweede helft van deze week iets ruimer), moet de markt inzetten op weer een forse verhoging. Ook in het structurele belang van de slachterijen. Want de enorme aanwas van slachthaken, moeten ook volgend jaar volhangen. De sector moet ook gaan inzien dat de voerkosten structureel op een hoger niveau liggen dan 5 tot 10 jaar geleden. Ondanks dat de internationale tarwevoorraden hoog zijn, wordt de stemming in het graancomplex bepaald door mais. Voor mais zijn de zogenaamde eindvoorraden uiterst klein. Zolang mais ( en suiker) massaal gevraagd worden voor de bio-ethanol verwerkers, veranderd deze situatie niet.
Jan Bakker

