Sinds seizoen 2018-2019 is jaarlijks iets meer pootgoed aan de Duitsers verkocht. Vorig jaar werd op ruim 1.500 ton na de grens van 100.000 ton bereikt. Dit jaar is de stap over deze grens wel gezet en inmiddels reikt de teller tot 108.234 ton, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO). Het seizoen is nog niet afgelopen, maar daar zal niet zo heel veel meer bijkomen.

België neemt minder pootgoed af

In het seizoen 2020-2021 was het België dat meer dan 100.000 ton pootgoed uit Nederland importeerde. Dat was toen kantje boord, want uiteindelijk werd 21 ton meer geleverd. Maar in de afgelopen jaren heeft België vaker meer dan 100.000 ton Nederlandse pootaardappelen gekocht, met de piek in het seizoen 2018-2019 met in totaal 107.170 ton. Dit seizoen lijkt het er niet van te komen, eind april bleef de uitvoer steken op iets minder dan 89.000 ton.

Duitsland was in april ook de belangrijkste afnemer met in totaal 41.160 ton in die maand. Daarmee had Duitsland een groot aandeel in de totale hoeveelheid van bijna 96.500 die vorige maand werd geëxporteerd. Dat is een vrij normale hoeveelheid voor de tijd van het jaar.

De export naar EU-landen staat inmiddels op 394.300 ton. Dat is een fractie minder dan het vijfjaargemiddelde. Dat komt met name door een tegenvallende pootgoedexport naar Frankrijk. De Fransen importeerden tot nog toe minder dan 26.000 ton en dat is 20% minder dan het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar.

Brexit

Naar andere Europese bestemmingen valt vooral de kleinere export naar het Verenigd Koninkrijk op. Dit jaar is zo’n 4.000 ton geëxporteerd, terwijl dat in voorgaande jaren 15.000 tot 20.000 ton was. De daling vloeit voort uit de beperkingen die zijn opgelegd voor het internationale handelsverkeer in verband met de brexit.