Aardappelareaal in Europa naar verwachting stabiel
Voorlopige ramingen van marktdeelnemers wijzen op een marginale groei of misschien ook wel stagnatie van het Europese aardappelareaal voor 2022/23. Telers kijken aan tegen aanzienlijke stijgingen van de inputkosten, waaronder brandstof, kunstmest, elektriciteit en arbeid. Dit heeft naar verwachting de beslissing voor het poten van aardappelen beïnvloed. In januari 2022 raamde de NEPG, een organisatie die aardappeltelers uit Duitsland, Nederland, België en Frankrijk verenigt, de groei van de teeltkosten op 15-20% ten opzichte van januari 2021. Naar verwachting ligt dat cijfer nu nog hoger vanwege de extra stijging van de energie- en kunstmestkosten na de Russische inval van Oekraïne. Telers maken zich grote zorgen over de toekomst van de sector.
Er zal naar verwachting een verschuiving plaatsvinden van de teelt van zetmeel- en tafelaardappelen naar de teelt van verwerkingsaardappelen, waarschijnlijk als gevolg van de grote vraag naar industrieaardappelen. Dit zal waarschijnlijk van invloed zijn op de opbrengstramingen voor het komende seizoen, aangezien deze situatie een eventuele groei van de prijzen voor industrieaardappelen zou kunnen afzwakken.
Het weer is de andere belangrijke factor. Het risico voor telers is dat het opbrengstpotentieel van een kleiner areaal gevoeliger is voor ongunstige groeiomstandigheden, zoals droogte of vorst. De plantomstandigheden in de hele EU waren in april droger dan gemiddeld en de bodemvochtigheid was beperkt, waardoor er bezorgdheid ontstond over droogte.
Sindsdien is er echter regen gevallen, waardoor de waterreserves zijn toegenomen om de bloei van de nieuwe gewassen te ondersteunen. De Mintec Benchmark Prices (MBP) van verwerkingsaardappelen uit Nederland zijn op 1 juni met 5,7% week-op-week gedaald tot € 250 per ton, in lijn met de gunstige weersomstandigheden. De prijs van verwerkingsaardappelen uit België bleef op 1 juni stabiel op € 230 per ton. Beide prijzen blijven wel hoger dan vorig jaar, met respectievelijk een stijging van 108% en 256%. Dat is deels toe te schrijven aan hogere inputkosten.
Bron: AGF