Noordwest Europese aardappeloogst ingeschat op kritieke 24-25 miljoen ton
Dat laat VTA bestuurslid Bert Timmermans weten die ook deelneemt aan het platform van Noordwest Europese aardappeltelers (NEPG). ‘Niet alleen dankzij de beregening kan de opbrengst in de kustgebieden het langjarig gemiddelde evenaren, maar ook dankzij het kustklimaat. De aardappels slijten minder hard, omdat het minder warm is in tegenstelling tot andere landen waar minder of geen aardappels in kustgebieden worden geteeld.”
Bijvoorbeeld in Frankrijk, waar over tientallen van procenten lagere opbrengsten wordt gesproken. De inschatting van de VTA over de situatie in Nederland sluit aan bij de laatste cijfers van Aviko Potato, die ook in week 34 nog een geleidelijke toename van het tonnage laten zien, al vlakt het wel af vergeleken met andere jaren.
Extreem effect beregening
Het Duitse aardappelhandelshuis Weuthen verwacht dat dat de beschikbaarheid van grondstoffen met de ingeschatte 24-25 miljoen ton groter zal zijn dan in 2018. Net genoeg om aan de vraag te voldoen waardoor de aardappelindustrie passende maatregelen zal nemen om de grondstoffen te sparen, zoals het aanpassen van de specificaties.
Weuthen neemt grote verschillen waar binnen de EU 5. Groot Brittannië en delen van Nederland en de beregende gebieden geven gemiddelde opbrengsten te zien. Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Noord-Italië en het grote aardappelland Polen hebben enorm onder de droogte geleden. Er zijn extreme verschillen in opbrengst tussen beregende en niet beregende percelen.
Bemesting en vruchtwisseling
Vooral op de niet beregende percelen blijkt de keuze van een geschikte ras en van een vruchtwisseling een opbrengststabiliserende factor te zijn, volgens Weuthen. De besparing op meststoffen heeft in sommige gebieden haar tol geëist.
Bron: Akkerwijzer