Europese derogatie-eisen treffen alle sectoren
De grootste klap is natuurlijk voor melkveebedrijven die derogatie aanvragen. Waar de Europese jaarlijkse bemestingsnorm 170 kilo stikstof per hectare is, mochten deze bedrijven, afhankelijk van waar ze zaten, 230 of 250 kilo per hectare gebruiken. Maar niet veel langer; in vier jaar wordt deze hoeveelheid afgebouwd naar de Europese norm van 170 kilo per hectare.
Dit betekent dat deze bedrijven nu met een overschot zitten dat op de mestmarkt terechtkomt. Dat heeft gevolgen voor de varkenshouderij, die op de mestmarkt verdrongen zullen worden door rundermest, en die dus hogere kosten moeten maken om hun mest af te kunnen zetten.
Mestplafond en mestregister
Een directer gevolg voor de varkens- en pluimveesector is de verlaging van het mestplafond. Dat is nu nog vastgesteld op 504,4 miljoen kilo stikstof en 172,9 miljoen kilo fosfaat. Maar in de derogatiebeschikking heft Nederland afgesproken dat dat plafond nu komt te liggen op de productie in 2020, 489,4 miljoen kilo stikstof en 150,7 miljoen kilo fosfaat. In vier jaar moet dat plafond dan geleidelijk worden teruggebracht, tot 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat in 2025. Dat betekent een forse vermindering van de mestproductie. Het is nog niet bekend hoe dat over de sectoren verdeeld wordt, en hoe Nederland dit wil bereiken.
Daarnaast moet Nederland vanaf 2024 een electronisch mestregister hebben, dat het gebruik van (kunst)mest en de productie en gebruik van mest op het land registreert. Vanaf 2025 moeten alle bedrijven dit register gaan gebruiken.
Bufferstroken
De derogatiebeschikking raakt ook de sectoren die geen dieren houden. De akkerbouw krijgt aan de ene kant te maken met het hierboven genoemde mestregister, en daarnaast ook met nieuwe afspraken over bufferstroken langs waterlopen, waar bemesting niet is toegestaan. Deze bufferstroken zijn vijf meter breed bij ecologisch kwetsbare wateroppervlakten, en drie meter breed bij andere waterlopen. Als de bufferstroken daarmee meer dan 4 procent van een perceel beslaan, kunnen ze twee meter smaller worden; drie meter breed bij ecologisch kwetsbare wateroppervlakten en 1 meter breed bij andere waterlopen. Als dit dan nog steeds meer dan 4 procent van het perceel is, kan de strook versmald worden tot één meter bij ecologisch kwetsbare waterlopen die niet langer zijn dan 10 meter, en tot een halve meter bij niet-kwetsbare waterlopen.
Furieus
LTO heeft furieus gereageerd. „Dit is volstrekt onwerkbaar”, schrijft ze op haar site. „De overheid zal terug naar Brussel moeten om daar met de vuist op tafel te slaan en nog steviger te onderhandelen.”
De boerenbelangenorganisatie vindt het nog volstrekt onduidelijk hoe onderdelen van de beschikking worden uitgewerkt, en ondernemers weten niet waar ze voor volgend jaar rekening mee moeten houden. Volgens de organisatie is de beschikking ook niet te rijmen met de door de regering gewenste landbouwtransitie. „Gezien alle onduidelijkheid rondom de invulling van het op stapel staande beleid zal deze transitie een hele slechte start beleven.”
Bron Akkerwijzer