Extreme verschillen in akkerbouwgewassen
Gemiddeld genomen hebben de akkerbouwgewassen het dit seizoen ondanks de droogte en hitte in de zomer redelijk gedaan.
Wel zijn de verschillen tussen de regio’s en percelen groot. Met name in het Zuidwesten en in het Oosten was het extreem droog. In de noordelijke provincies was de impact van de droogte minder. Dat is de globale conclusie in het oogstnummer van Boerderij deze week.
Landelijk neerslagtekort op 300 mm
Het groeiseizoen kende een goede start, in maart hebben akkerbouwers al veel gedaan op het land. De vroeg gezaaide gewassen profiteerden van de regen die in april nog viel. Latere gewassen kwamen door het uitblijven van regen slechter op gang. Eind mei was het landelijk neerslagtekort ruim 100 millimeter, dat liep eind augustus op 300 millimeter. In een gemiddeld jaar ligt het neerslagtekort rond deze tijd op 100 millimeter.
Wintertarwe-opbrengsten hoog
Vooral de wintergranen hebben het erg goed gedaan. Voordat de droogte nijpend werd, was het graan al rijp en onder goede omstandigheden geoogst. De wintertarwe-opbrengsten zijn hoog, met een gemiddelde van zo’n 10 ton per hectare. Dat is bijna een ton meer dan het meerjarig gemiddelde. In combinatie met een hoge prijs levert de graanteelt dit seizoen een concurrerend saldo. Telers rekenen op een graanprijs van zo’n € 300 per ton. Bij een gemiddelde opbrengst is dat bruto € 3.000 per hectare; reken € 1.000 aan kosten, dan resulteert een saldo van € 2.000. De risicovollere groenteteelten halen dit jaar dat saldo niet, en het is ook nog afwachten of de bietenprijs hoog genoeg wordt om het graansaldo van dit jaar te halen.
Veel vraag naar zaaigraan
Telers hebben de keus al gemaakt om meer graan te gaan telen. Coöperatie CZAV meldt dat er veel vraag is naar zaaigraan, ook een Achterhoekse loonwerker constateert dat veel klanten wintergraan willen zaaien. Dit geldt als rustgewas in het nieuwe GLB en op droogtegevoelige grond brengt het meer op dan mais.
Bron: Food Agribusiness