De eerste tussentijdse resultaten vallen tegen, ziet ook Jeroen Winkelhorst van de NAK. „Dit hebben wij, maar ook de telers niet zien aankomen.” De verwachting was dat er dit jaar relatief weinig klasseverlaging zou zijn vanwege primair virus, omdat ook in het veld weinig primair werd gevonden. De gedachte was dat de grote hoeveelheden bladluizen die in mei al rondvlogen weinig schade qua virusoverdracht hadden gegeven.

Niet zichtbaar door de droogte

Wat de oorzaak is van de tegenvallende cijfers weet Winkelhorst niet. Zeer waarschijnlijk speelt de droogte tijdens het groeiseizoen een rol. „We denken dat op een bepaald moment besmettingen door de droogte niet zichtbaar zijn geweest. Dat zou een verklaring kunnen zijn.”

De aantastingen van primair virus worden aangetroffen in monsters uit het hele land. Wel is het zo dat tot nu toe het aandeel monsters uit het noorden hoger is dan het zuiden, maar het is volgens Winkelhorst nog te vroeg om hier conclusies aan te verbinden.

Vrijwillige toetsing

De hoge verlagingscijfers in de nacontrole laten volgens Winkelhorst opnieuw het belang zien van de vrijwillige toetsing van pootgoed voor eigen gebruik. „Als teler moet je bewust zijn van de kwaliteit van je uitgangsmateriaal.”

De tussentijdse resultaten benadrukken volgens Winkelhorst vooral ook het belang van de nacontrole als extra check. „We kunnen niet zonder de nacontrole. In de veldkeuring letten de keurmeesters op veel meer dan alleen virus.”

De nacontrole is al een mooi eind op weg; de NAK heeft 39 procent van de onderzoeken afgerond. Daarmee ligt de nacontrole in lijn met vorig jaar.

Vorig jaar werd in de nacontrole 16 procent van het areaal pootgoed in klasse verlaagd, 1,2 procent van het areaal werd afgekeurd. Het jaar daarvoor was het beeld anders; toen werd 28 procent verlaging, in 2019 was dat zelfs 35 procent. In 2018 werd 25 procent van het areaal pootgoed in de nacontrole in klasse verlaagd, in 2017 was dat 17 procent.