Tineke de Vries: ‘De maatregelen gaan in tegen alle goede landbouwpraktijk’
Tineke de Vries, voorzitter van de vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente van LTO Nederland, wordt er hoorndol van: de kalenderlandbouwmaatregelen waar de akkerbouw zich aan moet houden, terwijl het landbouwkundig juist niet …
goed is. Niet voor de gewassen en de opbrengst, maar volgens De Vries ook niet voor de waterkwaliteit Tineke de Vries, voorzitter van de vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente van LTO Nederland, roept demissionair landbouwminister Piet Adema op om flexibel om te gaan met de regel om op zandgrond voor 1 oktober een vanggewas te zaaien. Door het late voorjaar zijn de aardappelen in veel gevallen nog niet oogstrijp.
Hoeveel aardappelen zitten volgens u nog in de grond?
“Uit een grove inventarisatie schatten we in dat 80 tot 90% van de consumptieaardappelen op lichte gronden nog in de grond zit. In een normaal jaar zouden ook nog veel aardappelen in de grond zitten in deze tijd, omdat ze nog niet oogstrijp zijn. Door het late voorjaar is dat nu nog later.” Voor suikerbieten geldt hetzelfde. Als deze in oktober geleverd moeten worden, moeten ze voor 1 oktober gerooid zijn om niet gekort te worden.
Hoeveel zitten daarvan nog in de grond?
“Ik denk dat 100% van de bieten die in de tweede helft van oktober geleverd moeten worden, nog in de grond zit. Het is landbouwkundig echt onverstandig om ze al te rooien. Het gewas groeit nog volop en als je ze nu op de hoop hebt liggen, krijg je er vanwege de hoge temperaturen broei in. Die regels moeten ook echt anders. Dit is weer een voorbeeld van kalenderlandbouw die niet werkt. Je weet dat dit niet genoeg helpt voor de waterkwaliteit, dus je schiet er echt niets mee op. Als deze maatregel het probleem zou oplossen, doe je het ergens voor. Dit is een maatregel die niet werk. Als je ze na 1 november kan rooien, zijn bieten aangemerkt als wintergewas, dan geldt de korting op een vanggewas niet.”
Verwacht u dat telers nog gaan rooien om op tijd een vanggewas te zaaien, om zo niet gekort te worden op de gebruiksnormen voor volgend jaar?
“Misschien een enkeling, maar het gros van de boeren die ze nu nog heeft zitten, rooit wanneer het kan en goed is voor het gewas. Als het gewas niet oogstrijp is, gaat dat ten kostte van de kwaliteit, de opbrengst en de bewaarbaarheid. Dat risico is voor de boer. Bovendien helpt het weer ook niet op dit moment. Als je gaat rooien als het te nat is, is dat heel schadelijk voor de bodem.” De korting op de gebruiksnormen is 5 kilo stikstof per hectare als nog voor 15 oktober een vanggewas wordt gezaaid. Dat is beperkt.
Waarom maakt u er dan toch zo’n punt van?
“Het gaat erom dat het een stapeling van de regels is, waardoor het steeds moeilijker wordt. De gebruiksnormen voor de zandgronden zijn al veel lager dan op klei. Daar komt dit bovenop en de Nutriënten Verontreinigde gebieden (NV gebieden) moeten ook nog aangewezen worden. Daar krijgen de telers ook nog te maken met een korting van 20% van de gebruiksnormen. Het stapelt zich maar op, terwijl je weet dat dit soort maatregelen beperkt helpt voor de waterkwaliteit en je je gewassen niet meer optimaal kan bemesten.”
Hoe weet u dat het beperkt werkt voor de waterkwaliteit?
“Dat blijkt uit een rapport van WUR. Als je gewassen oogst die niet rijp zijn, blijven meer nutriënten achter.” Sommige partijen in de Kamer vragen ook om flexibiliteit. Minister Adema zegt dat hij die niet kan geven, omdat hij de afspraken met de Europese Commissie moet nakomen.
Het moet van Brussel., Ammehoela!
Dat slaat de discussie zo dood. In Brussel zeggen ze dat een land de eigen regels moet nakomen. Natuurlijk, de waterkwaliteit moet op orde zijn. Dat is nog niet het geval, maar dat gaat met deze maatregel ook niet lukken. Tegelijkertijd moet in Brussel ook oog zijn voor de argumenten. Als je een goed verhaal hebt, moet dat toch te verdedigen zijn in Brussel. Adema kreeg eerder wel de deksel op de neus toen hij flexibiliteit wilde bieden met de bufferstroken. Dat moest hij halsoverkop terugdraaien. .Iedereen heeft wel eens een deksel op de neus gehad. Het vraagt ook wat durf en lef, maar flexibiliteit moet kunnen vanwege het huidige groeiseizoen.
Hoe komt het dat het ministerie met zulke, in uw ogen, onwerkbare regels komt? .De ambtenaren begrijpen ons wel, maar we hebben de indruk dat de juristen vooral kijken naar de borging en handhaafbaarheid van het beleid. Als je data aanhoudt, kun je vanuit de satelliet zien of iets is gebeurd en zo kun je het controleren.
Heeft u alternatieven?
.We hebben wel alternatieven. We zijn twee jaar terug met de maatwerkaanpak begonnen, maar die loopt nu spaak omdat NVWA niet wil. Adema heeft de mond vol van doelsturen. Ik zou zeggen, betrek de keten daar ook bij. Binnen de keten zouden we een stuk borging op kunnen lossen. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over goede landbouwpraktijk.
Hoe zou dat dan kunnen?
Als in een gebied gemiddeld 17% suiker in de suikerbieten zit en er is een teler met 13% suiker, dan is te veel stikstof gegeven of er is iets anders aan de hand. Door de teler hiermee te confronteren, creëer je in elk geval bewustzijn. Daar zou je als keten best iets mee kunnen. Of bijvoorbeeld door als verwerker te kiezen voor rassen die minder stikstof nodig hebben. We moeten veel meer gaan meten en monitoren.
Hoe zit het in het gebied, wat is het effect van een individuele ondernemer hierbij?
De eerste stappen zijn gezet, LNV is ook enthousiast, maar we moeten dan ook wel ruimte krijgen om specifieke maatregelen te nemen, zonder gebonden te zijn aan de generieke maatregelen. Dat vraagt echt wel wat van ondernemers en van de overheid. Het is niet makkelijk voor iedereen, maar je kan als boer dan wel meer zelf sturen op het halen van doelen. Er zijn ideeën genoeg, maar het vraagt wel politieke moed en het vraagt ook veel van de telers. Als we het niet doen, houd ik mijn hart vast voor wat er in het achtste actieprogramma nitraatrichtlijn aan komt. Denk aan bredere bufferstroken, een op drie rustgewassen en teeltverboden. Dat gaat echt ten kostte van de verdiencapaciteit van de hele keten.
Dat is geen oplossing voor de korte termijn
Nee. Voor de korte termijn zou ik vooral willen richten op goede landbouwpraktijk. Zorg dat er geen tegenstrijdige regels zijn. Denk bijvoorbeeld ook aan de eis voor winterharde vanggewassen. Voor biologische bestrijding van aaltjes zijn ze er niet. Winterhard lijkt bovendien mooi, maar in het voorjaar krijg je die grasachtigen niet kapot en moet je weer extra chemische middelen inzetten, terwijl dat bij niet-winterharde vanggewassen niet of minder nodig is
Bron: Food + Agribusiness