Graannoteringen reageren positief op weekexport VS
Vrijdag 30 maart publiceerde de USDA “US stocks and acreage” voor tarwe, maïs en soja. De vooraden waren lager dan de verwachtingen en met name het areaal van soja lijkt onverwachts meer te krimpen ten gunste van maïs. Dit had een forse stijging van de noteringen tot gevolg. Echter, de afgelopen week stonden de tarwe noteringen weer onder druk door de goede weersomstandigheden in de VS. Ook de weersituatie in Europa, te weinig neerslag, lijkt zich te verbeteren. De noteringen van mei op Matif moeten concurreren met de wereldhandel en deze zijn lager dan de gangbare noteringen in NW-Europa. De verschillen lopen wel op tot 15 euro per ton. De maïsnoteringen bleven in de VS wel prijshoudend. De voorraden zijn laag en effectieve markten noteren met een agio op de termijnmarktnoteringen voor de oude oogst. Ook de positieve prijsontwikkeling van soja, gedragen door lagere opbrengsten van soja in Zuid-Amerika en de structurele behoefte van China ondersteunen de noteringen van het graancomplex. Het International Grains Council (IGC) publiceerde haar prognose voor de wereldgraanoogst voor het seizoen 2012/13. Een totale graanoogst van 1876 mt, waarvan 681 mt tarwe, 900 mt maïs en 295 mt overige granen. Het IGC verwacht een stijging van de wereldconsumptie tot 1870 mt . De totale eindvoorraden blijven zeer laag en dat verklaart ook de volatiliteit van de graannoteringen. Donderdag 5 april bijvoorbeeld, waren de VS weekexportcijfers voor maïs en soja veel hoger dan de verwachtingen, met als gevolg dat de koersen positief reageerden. De relatief korte week werd afgesloten zonder dat er fundamenteel grote veranderingen te melden waren. Dinsdag 10 april komt het USDA weer met haar maandelijkse World Agricultural Supply and Demand Estimates (WASDE).
Jan Bakker