Het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) gaat zelfs uit van een maisproductie van 28 miljoen ton. De USDA-analisten verwachten dat veel akkerbouwers in Argentinië mais zaaien vanwege de hoge prijzen van dit moment. Maar de Nederlandse landbouwraad Bart Vrolijk moet nog zien of Argentinië zo veel mais gaat produceren. “Officiële overheidscijfers gaan soms wat soepel met de waarheid om. Bovendien regent het hier meer dan gemiddeld. Op sommige plaatsen is te veel water gevallen.”

Volgens Vrolijk is de neerslag niet de enige reden dat minder mais is gezaaid dan gebruikelijk. “Er is ook minder tarwe gezaaid. Bij tarwe verwacht men een productiedaling van 16,6 procent ten opzichte van vorig seizoen. Akkerbouwers geven de voorkeur aan soja. Bij soja krijgt de Argentijnse boer meer geld terug voor zijn investering.”

Bovendien hanteert de overheid een systeem van exportquota bij mais en tarwe. Vrolijk: “Die zorgen er voor dat voldoende graan beschikbaar blijft voor de lokale consumptie, waardoor de kostprijs van vlees niet te veel op loopt en de toch al hoge inflatie niet verder stijgt. Hoewel de regering eerder dit jaar aangaf dat de exportquota worden verhoogd, heeft de staatsinterventie een zo groot effect op de prijzen, dat het boeren afschrikt. Wie garandeert hen dat het exportquotum niet ineens wordt verlaagd? Ze kunnen hun mais en tarwe dan alleen tegen lokale lagere prijzen verkopen.”

Op de export van soja ligt een heffing van 35 procent, stelt Vrolijk. “Dat is een aanzienlijk bedrag, maar als boer weet je waar je aan toe bent. Soja is minder afhankelijk van de grillen van de regering, en biedt dus enige zekerheid in een omgeving die door klimatologische omstandigheden en overheidsinterventie behoorlijk onzeker is voor de boeren.”