Agrifirm en CZAV zien toename arealen wintertarwe en -gerst
Aart den Bakker, manager afzet graan, ui en peen bij Agrifirm, benadrukt dat het in zijn werkgebied om een lichte toename gaat. Omdat de zaaikalender nog loopt, vindt hij het voor het noemen van concrete percentages nog te vroeg.
Hij stelt wel vast dat granen weer op de kaart staan. „Granen zijn goed voor het bouwplan, brengen weinig werk en worden ook weer fatsoenlijk betaald.”
Of de huidige hoge prijzen ook voor de oogst van 2023 zo goed blijven, hangt volgens Den Bakker vooral af van de onrust in de wereld. „Over hoe die zich ontwikkelt, valt nu nog niks zinnigs te zeggen.”
Best fors
Ko Francke, adjunct directeur telerszaken bij CZAV, noemt de toename in zijn werkgebied – Zuid-Holland, Zeeland en Brabant – best fors. „5 procent meer gaat om zo’n 2.200 hectare extra, op een totaal van rond de 45.000 hectare.”
Daarbij zitten volgens Francke ook een aantal relatief ‘nieuwe’ telers, die één of twee jaar geen wintergraan hebben geteeld. Vrijwel alle telers bij CZAV kiezen voor ‘kwaliteitstarwe’. Oftewel: maal- en baktarwe, die geschikt is voor brood en banket. Als rassen beveelt CZAV onder meer Reform, Extase en Calgary aan.
Regionaal geproduceerd voedsel
Ook Francke benadrukt dat de prijzen voor komend seizoen voor een groot deel afhangen van de geopolitieke ontwikkelingen, en van de wereldwijde (weers-) omstandigheden in de verschillende groeiseizoenen.
Voor kwaliteitstarwe wordt een kwaliteits- en marktafhankelijke premie betaald op de voertarwe. Deze ligt de laatste jaren tussen de 5 en 10 euro per ton, en hoger voor speciale projecten. Wat gunstig kan zijn voor de langere termijn is een groeiende vraag naar regionaal geproduceerd voedsel in de zogenoemde korte ketens.
De waardering voor ‘regionaal’ is een trend die wat Francke betreft doorzet. „Het is nu aan de mogelijkheden van de productieketens van onder meer bakkerijproducten. Hopelijk gaan zij meer Nederlandse tarwe in hun bakprogramma’s opnemen. Wij zijn er in ieder geval klaar voor, en de boeren ook. We moeten dit echt in de hele keten samen doen.”
Bron Akkerwijzer