Akkerbouw in stress door droogte
De oplopende droogte betekent waarschijnlijk de genadeklap voor heel wat Zeeuwse akkerbouwpercelen zonder beregeningsmogelijkheden. Die staan stil en het is maar de vraag of de ontwikkeling weer op gang komt. De hitte kost sowieso opbrengst.
Bietenplanten hangen slap, aardappelen en uien schieten in de stress. Het neerslagtekort is in het Zuidwesten, met delen boven de 200 millimeter, het grootst. Daarna volgen het zuidoosten en oosten van het land als droogste gebieden. Het Noorden lijkt de dans nog aardig te ontspringen.
In de zomer komen normaal gesproken de kilo’s, maar dat zal in 2022 minder zijn dan normaal. Dat geldt ook voor omringende landen. Zo zijn de Franse opbrengstprognoses voor graan lager dan vorig jaar en teistert de hitte ook de Spaanse landbouw.
Neerslagtekort loopt op
Met een naderende hittegolf volgens de weersverwachtingen, loopt het neerslagtekort in Nederland de komende week alleen maar op. Er is zelfs sprake van een tekort aan zoet water in het Westen volgende week. Waterbeschikbaarheid bepaalt hoe akkerbouwgewassen deze droogte doorstaan. Zonder water staat de productie stil. Aan diverse percelen suikerbieten is dat al goed te zien: die slapen overdag en doen dan dus even niks.
In Zeeland kunnen veel boeren niet beregenen. Het is echt heel droog, ziet Hans Moggré. Hij is adviseur akkerbouw Delphy in Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland. “Bietenpercelen verdrogen, tarwe rijpt een heel stuk eerder af dan in andere jaren.”
‘Sommige rassen takelen af’
Moggré verwacht dat aardappelen en uien een behoorlijke klap gaan krijgen van de 30 graden en meer dagen. “Sommige rassen takelen flink af en de uien staan stil in ontwikkeling. Het is maar de vraag of die percelen herstellen, opbrengst kost de hitte sowieso. Waar beregenen wel kan, wordt het ook heet.”
Vroeg gezaaide gewassen staan er doorgaans prima op. Later gezaaide staan er minder mooi bij, zeker op zwaardere grond. Aardappel- en uienpercelen staan dan soms niet dicht, waardoor de productie die natuurlijke parasol mist. “Dat is op veel plekken niet in orde”, weet Moggré. “Met beregenen is de verdamping bijna niet bij te benen.”
Schrijnende situatie voor uien
Hoe moet dat met de Zeeuwse uien dit jaar? “In Zeeuws-Vlaanderen, maar eigenlijk in de hele provincie, is de situatie op sommige plekken echt schrijnend in de uien”, ziet Bart Schriever van De Groot en Slot. Hij voorziet dat het gewas door de aankomende tropische dagen nog een knauw krijgt.
De buien die elders in het land regelmatig vielen dit voorjaar, passeerden Zeeland vaak, weet Schriever. “In Zeeland moet je zoeken naar percelen met topuien. In de rest van het land is de gewasstand wisselend per regio, maar overal is trips een bedreiging. De meeldauwdruk is over het algemeen hoog, zeker in de gebieden waar veel plantuien worden geteeld.”
Door de aanstaande periode van hitte schieten planten in de stress en gaan in de overlevingsmodus. Zeker bij een matige loofontwikkeling brandt de zon rechtstreeks op de ui, die daardoor praktisch staat te koken op het veld. Noodrijp kan het gevolg zijn. Groeistagnatie treedt sowieso op. Zaaiuien begonnen een week of drie geleden met bollen, dus van een rooibaar gewas is nog geen sprake.
Wie niet kan beregenen, is overgeleverd aan de natuur. Voorlopig staat er nog geen neerslag van betekenis op de prognoses. Schriever verwacht grote verschillen in de uienoogst dit seizoen.
Standaard beregenen
Elders in het land staan de haspels klaar in het veld, om de gewassen door de voorspelde hittegolf te loodsen. Zo ook bij Stefan Michiels, akkerbouwadviseur Zuidoost-Nederland bij Delphy. Percelen aardappelen, suikerbieten, uien en mais wordt standaard beregend in zijn werkgebied – van Zuidoost-Brabant tot Gelderland – vertelt hij.
Doordat de gewassen er over het algemeen goed bij staan, zijn de zorgen niet groot. “Dit zijn echter wel cruciale weken, waarin de kilo’s worden gemaakt door de gewassen”, schetst Michiels. “Het weer heeft daarop natuurlijk veel invloed. Gezien de voorspellingen, moeten de telers er hard aan trekken om gewassen aan de groei te houden. Maar de uitgangspositie is gelukkig goed met goed ontwikkelde gewassen. Op het zand wat beter dan op de klei, waar droogte en korstvorming aan het begin van de teelten voor problemen zorgden.”
De watervoorziening bepaalt hoe het nu verder gaat. “Hopelijk trekt de aardappelmarkt dan ook wat aan, zodat het allemaal uit kan.”
Bron: Boerderij