Areaal aardappelen Vlaanderen in 2016 met bijna 15% gestegen
De verzamelaanvragen voor de campagne 2016 zijn inmiddels ingediend bij het Departement Landbouw en Visserij. De resultaten van een eerste verwerking van de perceelaangiften werden midden deze week bekendgemaakt.
Deze resultaten zijn vergeleken met de aangifte van 2015. Deze arealen zijn een weergave van wat landbouwers in de verzamelaanvraag 2016 opgegeven hebben, zonder verdere verwerking. Er kunnen dus nog wijzigingen aan voorkomen.
Uit die voorlopige gegevens blijkt dat het areaal consumptieaardappelen dit jaar in Vlaanderen zou oplopen tot 51.277,69 ha, 14,82% meer dan in 2015. Voor pootgoedteelt daarentegen zou er wel een daling zijn van ruim 20%.Ook het areaal suikerbieten is in Vlaanderen, volgens de perceelsaangiften, gestegen met 4,15% tot 19.039 ha.
Voor de graangewassen zien we een status quo voor de wintertarwe. Het areaal zou dit jaar iets meer dan 70.000 ha bedragen. Voor zomertarwe is er een afname met 38 %, tot iets minder dan 1.000 ha. Wintergerst is opnieuw meer in de belangstelling. Het areaal bedraagt dit jaar in Vlaanderen volgens de perceelaangiften bijna 17.000 ha, terwijl het vorig jaar slechts 14.250 ha bedroeg. Triticale en spelt tellen beide een afname van hun areaal.
Ook het koolzaad blijft zijn dalende trend voortzetten in Vlaanderen. Volgens de perceelaangiften is het areaal dit jaar beperkt tot ongeveer 425 ha.
Na jaren van stijging is ook het areaal maïs afgenomen. Dit jaar zou er, volgens de perceelaangiften 123.726 ha silomaïs geteeld worden in Vlaanderen (3,46% minder dan in 2015) en 51.106 ha korrelmaïs (8,89 % minder dan het jaar voordien).
Wat ten slotte de groenteteelt in open lucht betreft, zien we een toename van het totale areaal van 6,56%. Stijgers zijn onder meer de wortelen, waarvan het areaal met 18% is verhoogd tot 3.873 ha, en spinazie, waarvan het areaal met 10% is gegroeid. Voor bloemkool en prei is er een toename van het areaal met ongeveer 2,5%. Het areaal erwten en spruitkolen daarentegen is afgenomen, beide met ongeveer 10 %. Bron:Landbouwleven