Areaal voor veevoer staat ter discussie
In de Europese Unie staat het areaal dat gebruikt wordt voor de teelt van grondstoffen voor veevoer ter discussie. In het debat over voedselzekerheid klinkt de roep steeds luider om in verhouding meer gewassen voor menselijke consumptie te verbouwen.
Dat was de boodschap van Wolfgang Burtscher, directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling (AGRI) van de Europese Commissie, donderdag tijdens jaarvergadering van de European Feed Manufacturers’ Federation (FEFAC) in samenwerking met de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi). Op de agenda stond de ‘voedsel- en voerautonomie van de EU in tijden van geopolitieke crisis’.
Volgens de directeur-generaal is er over grasland niet zoveel discussie. ‘Mensen eten geen gras. Bovendien is grasland belangrijk voor de biodiversiteit. Groenten en fruit zijn voor menselijke consumptie. De discussie gaat vooral over granen. Als je in het Europees Parlement je oor te luisteren legt, hoor je dat daar vooral de discussie over gaat.’
Volgens cijfers van de Europese Commissie zelf wordt twee derde van de granen – inclusief mais – van de EU gebruikt in diervoeders. Een derde is bestemd voor menselijke consumptie en 3 procent wordt gebruikt voor biobrandstoffen.
Tegelijkertijd speelt de wens dat de Europese Unie meer zelfvoorzienend wordt als het gaat om eiwithoudende gewassen. De diervoederindustrie loopt daarbij aan tegen de moeizame toelating van voeradditieven.
Additieven nodig voor sojavervangers
‘Het gaat in de eerste plaats om de re-autorisatie van bestaande additieven’, stelt Nevedi-directeur Henk Flipsen. ‘Maar het gaat in deze discussie ook om nieuwe additieven. Die additieven kunnen we gebruiken om alternatieven voor soja effectiever te maken voor vee. Want elk gewas is op dit moment minder effectief dan soja. Additieven kunnen helpen om de effectiviteit van bijvoorbeeld veldbonen of erwten te vergroten en deze zo tot goed alternatief te maken voor soja in de EU.’
Door de strenge en ingewikkelde regels in Europa en de hoge kosten is het voor veel bedrijven volgens Flipsen niet interessant om toelating van additieven in Europa aan te vragen. ‘Dat is veel te onzeker voor ze.’
Afhankelijkheid van China
Europa is op het gebied van voeradditieven sterk afhankelijk van China. ‘Als je het dan hebt over voedsel- en voerautonomie dan is dat een reëel risico. Als additieven niet meer uit China kunnen komen, hebben wij als Europa direct een groot probleem.’
Bron: Nieuwe Oogst