Avebe: goede prestatieprijs voor oogst 2019
Aardappelverwerker Avebe beleeft opnieuw een veelbewogen boekjaar. Het vorige boekjaar 2018-‘19 werd gekenmerkt door de extreme droogte van 2018. Dit lopende boekjaar 2019-‘20 had Avebe opnieuw te maken met droogte tijdens het groeiseizoen, maar óók met de coronacrisis.
Droogte betekent ondergemiddelde hectareopbrengsten bij de aardappelen, maar ook schaarste op afzetmarkten waar Avebe actief is. Dat is gunstig voor de prijsvorming. De coronacrisis zorgde voor extra vraag naar voedingsingrediënten die Avebe produceert. Al met al is boekjaar 2019-‘20, dat loopt tot eind juli, goed verlopen voor Avebe.
Bestuursvoorzitter Bert Jansen verwacht dan ook dat de prestatieprijs over 2019-‘20 in de buurt komt van die van vorig boekjaar. “De laatste maanden van dit boekjaar zijn erg dynamisch geweest voor Avebe. We weten nog niet wat juli ons heeft gebracht (het interview vond plaats op 13 juli, red.), maar ik verwacht dat de prestatieprijs weer rond die van boekjaar 2018-‘19 uitkomt.”
In boekjaar 2018-‘19 was de prestatieprijs nog nooit zo hoogAvebe realiseerde in boekjaar 2018-‘19 een prestatieprijs van € 96,63 per ton aardappelen. Dat was € 10,82 meer dan voor oogst 2017 was gerealiseerd. De prestatieprijs was nog nooit zo hoog. De prestatieprijs is het aardappelgeld dat de coöperatie aan de leden betaalt, vermeerderd met de kosten voor transport en verlading plus het netto coöperatief resultaat.
In boekjaar 2018-‘19 betaalde de coöperatie het nettoresultaat volledig uit aan de leden, omdat veel aardappeltelers ernstig getroffen waren door de droogte in groeiseizoen 2018. In normale jaren voegt Avebe een deel van het nettoresultaat toe aan het eigen vermogen.
2019: grote verschillen neerslagtekort
Groeiseizoen 2019 was het tweede jaar op rij met een groot tekort aan neerslag in het werkgebied van Avebe. Maar de verschillen in neerslagtekorten tussen telers waren groter dan in 2018, zegt Jansen. “We hebben meer aardappelen kunnen verwerken, maar de aanvoer was wel beduidend lager dan het meerjaarlijkse gemiddelde.”
“Het zetmeelgehalte lag rond de 19%, dus dat is niet erg hoog. Er is wel weinig tarra aangevoerd naar onze fabrieken, dus dat was weer gunstig. Uiteindelijk heeft Avebe een goede campagne kunnen draaien met oogst 2019.”
Avebe meldde begin juli aan de leden dat de campagneprijs voor oogst 2019 uitkomt op € 76,50 per ton (basis 19% zetmeel). Dat is € 5,50 hoger dan de voorschotprijs die Avebe eerder bekendmaakte. Inclusief premies en toeslagen komt de gemiddelde aardappelprijs uit op € 84 per ton.
Er is veel vraag naar aardappeleiwit, daarom gaan we de productiecapaciteit ervan opnieuw vergrotenDat bedrag is iets minder dan voor oogst 2018. Daar betaalde Avebe een campagneprijs voor van € 80 per ton. Inclusief premies en toeslagen kwam de aardappelprijs toen uit op gemiddeld € 90 per ton. In november publiceert Avebe de prestatieprijs van boekjaar 2019-‘20, waarin ook het coöperatief resultaat is verwerkt.
Net als in 2018 en 2019 begon ook het huidige groeiseizoen met een tekort aan neerslag. Maar inmiddels is voldoende regen gevallen om de gewassen aan de groei te houden, ook al is het grondwaterpeil nog lang niet op niveau.
Jansen wil vroeg van start met de aardappelcampagne. “Dat geeft ons de mogelijkheid zo veel mogelijk eiwit te produceren. Er is veel vraag naar aardappeleiwit. Daarom gaan we de productiecapaciteit van aardappeleiwit opnieuw vergroten. En we blijven investeren in verdere innovatie.”
Coronacrisis: consumptie van horeca naar thuis
Avebe heeft in boekjaar 2019-‘20 niet alleen te maken met droogte, maar ook met de coronacrisis. Er ontstond in maart een zeer dynamische situatie toen steeds meer mensen besmet raakten met het coronavirus, constateert Jansen. “Avebe heeft direct het crisisteam bij elkaar gebracht om te zorgen dat we de benodigde voorzorgsmaatregelen konden nemen in onze fabrieken en kantoren.”
Door de lockdowns verschoof de consumptie van voedingsmiddelen van de horeca naar thuis. Daardoor nam de vraag naar ingrediënten, die worden verwerkt in lang houdbare voeding, zoals noedels (deegwaar) en diepvriespizza’s, sterk toe.
We hebben geen steun bij de overheid hoeven aanvragen vanwege de coronacrisisJansen: “Ons grootste probleem was het regelen van transport van onze producten, vooral naar Azië en de Verenigde Staten. Uiteindelijk is dat allemaal gelukt. Sommige transporten liepen vertraging op, maar Avebe is geen enkele order misgelopen. We hebben ook het geluk dat onze fabrieken in Nederland en Duitsland in regio’s liggen met relatief weinig coronabesmettingen.
Het ziekteverzuim bij Avebe lag afgelopen boekjaar zelfs 1,5 procentpunt onder dat van het boekjaar er voor. Ons personeel was zeer gedreven om de afzet van onze producten goed te laten verlopen.”
Al met al verwacht Jansen dat boekjaar 2019-‘20 financieel goed is verlopen voor Avebe. “We hebben geen steun bij de overheid hoeven aanvragen vanwege de coronacrisis. Ik kan echter niet voorspellen hoe het verder gaat verlopen. De grote vraag is of de versoepelingen gaan leiden tot nieuwe besmettingen, zoals her en der in de wereld al is gebeurd. Dat moeten we afwachten.”
Aardappelverwerker Avebe, bieten- en aardappelverwerker Cosun en boerenbelangenbehartiger LTO Noord hebben een brief gestuurd naar de provincies Groningen en Drenthe en naar alle gemeenten in die provincies. De reden? De bedrijven zijn zeer bezorgd over de aanleg van grootschalige zonneparken op landbouwgrond.
Ze vrezen dat de aanvoer van grondstoffen op termijn onder druk komt te staan, want er is in Nederland ook steeds meer grond nodig voor woningbouw en natuurontwikkeling. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben voor de productieketens, zegt bestuursvoorzitter Bert Jansen van Avebe. “Op termijn kan dat zelfs leiden tot sluiting van fabrieken.”
De landelijke overheid stelt in het Klimaatakkoord doelen voor het opwekken van energie uit zon en wind. Dan is het toch logisch dat regionale overheden zonneparken willen aanleggen?
“Je kunt zonnepanelen op heel veel plaatsen neerleggen. Wij vinden dat overheden de zogenoemde zonneladder moeten toepassen. Zonnepanelen leg je eerst op daken en op marginale grond. Uiteindelijk komt eventueel landbouwgrond in beeld. Wij vrezen dat overheden te gemakkelijk kiezen voor grootschalige zonneparken op landbouwgrond. Wij maken gemeenten en provincies er op attent dat zij rekening moeten houden met de agrisector voor inkomens van telers, voedselvoorziening en werkgelegenheid in het algemeen. Goede landbouwgrond hoeft niet opgeofferd te worden om de energiedoelen te halen.”
Boeren kijken naar de verdiensten. Grond verhuren voor zonneparken is een aantrekkelijke bron van inkomsten.
“Ik snap dat individuele boeren die afweging maken. Maar wij spreken voor het collectief. En voor Avebe is het oneerlijke concurrentie. Zonneparken worden aangelegd met veel SDE-subsidies. Daarom zijn die huurprijzen zo hoog. De teelt van zetmeelaardappelen kan niet concurreren met zonneparken vanwege die subsidies. Avebe heeft dit al eerder meegemaakt in Duitsland. De Duitse overheid subsidieerde in het verleden de teelt van energiemais. Dat ging ten koste van het areaal zetmeelaardappelen. Wij willen niet passief toekijken wat gebeurt met betrekking tot de aanleg van zonneparken. Daarom hebben wij samen met Cosun en LTO de brief gestuurd.”
Als steeds meer landbouwgrond wordt omgezet in zonneparken, welke gevolgen heeft dit dan voor Avebe?
“Als steeds meer landbouwgrond wordt onttrokken aan de teelt van gewassen, krijgt Avebe minder grondstoffen. Op termijn kan dat er zelfs toe leiden dat we een fabriek moeten sluiten. Dit gaat ten koste van de werkgelegenheid in de regio.”
Avebe investeert zelf ook in zonnepanelen.
“Dat doen we niet op landbouwgrond. In Nieuw-Buinen faciliteren we de aanleg van een zonnepark samen met aannemersbedrijf Avitec en Solarfields (ontwikkelaar van zonneparken). We maken efficiënt gebruik van de ruimte door zonnepanelen op onze vloeivelden te plaatsen. Het zonnepark krijgt dus een dubbele bestemming. We gaan daar duurzaam energie produceren en de percelen blijven in gebruik als waterbuffer voor de productielocatie van Avebe in Gasselternijveen.”
Wat zouden gemeenten en provincies moeten doen?
“Het is goed als zij oog hebben voor de continuïteit van de bedrijven. Provinciale Staten van Friesland hebben besloten dat voorlopig geen zonneparken mogen worden aangelegd op landbouwgrond. Dat voorbeeld verdient navolging. Ik snap dat regionale overheden willen voldoen aan het Klimaatakkoord. Maar het halen van de energiedoelstelling mag niet ten koste gaan van landbouwgrond. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor het bedrijfsleven en de werkgelegenheid in deze provincies.”
Bron: Boerderij