Belgische diervoedersector pleit voor uniforme Europese aanpak duurzame sojateelt
De Belgische diervoedersector pleit bij monde van de Belgian Feed Association voor een uniforme Europese aanpak op het gebied van duurzame sojateelt. De organisatie reageert hiermee op een recent verschenen rapport van Greenpeace waarbij vraagtekens worden gezet bij de werking van certificaten om duurzame sojateelt te waarborgen.
Duurzaamheidscertificaten zijn jaren geleden in het leven geroepen om de maatschappelijk verantwoorde teelt van soja in bijvoorbeeld Zuid-Amerika te waarborgen en onder meer het kappen van regenwoud, slavenarbeid en onteigening van de inheemse bevolking tegen te gaan. Greenpeace erkent de sterke normen van sommige certificeringsschema’s en de positieve plaatselijke impact, maar stelt dat zij mistoestanden op het gebied van ontbossing en mensenrechtenschendingen niet voorkomen. Bovendien zouden gecertificeerde bedrijven in verband worden gebracht met overtredingen van de afspraken. In een recent gepubliceerd rapport concludeert Greenpeace dan ook dat certificering een zwak instrument is om wereldwijde ontbossing en vernietiging van ecosystemen tegen te gaan.
Katrien D’hooghe, Managing Director van de Belgian Feed Association (BFA), erkent dat er nog stappen gezet kunnen worden op het gebied van duurzame sojateelt. Maar volgens haar kan certificering daarbij wel degelijk een rol spelen. “Boeren die duurzaam soja telen, krijgen daarvoor een certificaat. De certificaten die BFA aankoopt, worden verstrekt door de onafhankelijke instelling Control Union, die controleert of de producent voldoet en zich niet schuldig maakt aan onder andere ontbossing, geen slavenarbeid gebruikt en de inheemse bevolking niet bedreigt.”
Naleving certificaatnormen jaarlijks gecontroleerd
Belgische diervoederbedrijven werken met een drietal duurzaamheidscertificaten, waaronder het door Greenpeace bekritiseerde Round Table on Responsible Soy (RTRS). Behalve de jaarlijkse controle werd de betrouwbaarheid van de Belgische certificaten ook bevestigd door het Nederlandse duurzaamheidsonderzoeksbureau Profundo, aldus D’hooghe. “In dit onderzoek werden de Belgische certificaten mondiaal in de top vijf geplaatst. Ook volgens de European Soy Monitor staat België naast Noorwegen en Nederland in de top 3 van gebruik van maatschappelijk verantwoorde soja.”
Volgens de directeur van BFA behoort België samen met buurland Nederland tot de Europese koplopers op het gebied van duurzame soja. “In 2020 werden door de Belgische diervoedersector 424.000 duurzame sojacertificaten aangekocht. Onze leden investeren jaarlijks ongeveer een half miljoen euro in de aanschaf ervan.” Met deze investering kopen de veevoederleveranciers duurzaamheidscertificaten voor de soja die in België geconsumeerd wordt en naar Nederland geëxporteerd wordt.
In plaats van met een beschuldigende vinger te wijzen naar het certificeringssysteem, zouden grote landen, zoals China en de Europese Unie, ook hun schouders onder dergelijke duurzaamheidsinspanningen moeten zetten, stelt D’hooghe. “Wij kunnen als relatief kleine landen wel keihard ons best doen, en dat zullen we ook blijven doen, maar het gaat pas echt een impact hebben als er een level playing field binnen Europa wordt gecreëerd.
België hoort met buurland Nederland tot de Europese koplopers op het gebied van duurzame soja
Europese aanpak vereist
De sectororganisatie pleit voor een Europese aanpak op het gebied van duurzame soja, zodat ook landen als bijvoorbeeld Polen meegenomen worden. “Dat zou niet alleen de duurzaamheid van de sojateelt ten goede komen, maar ook het gelijk speelveld in Europa verbeteren.” Zij wijst erop dat de Belgische veehouderij op de Europese markt concurreert met landen waar de lat op het gebied van duurzaamheid lager ligt.
In afwachting van deze Europese aanpak wil de Belgische veevoedersector de komende jaren verdere stappen zetten. Waar de aangekochte certificaten momenteel 55 procent van de Belgische import dekken, wil de Belgian Feed Association naar 100 procent gaan tegen 2030. “Momenteel hebben we alleen duurzaamheidscertificaten voor de soja die de Belgen indirect consumeren via bijvoorbeeld melk en vlees. Voor het aandeel soja dat verwerkt is in exportproducten, willen wij tegen 2030 ook certificaten kopen om zo te waarborgen dat alle soja op Belgische bodem op een duurzame wijze geteeld is in het land van origine”, aldus D’hooghe.
Meerdere instrumenten vereist
“BFA beseft dat certificaten alleen geen oplossing bieden voor de wereldwijde milieu-uitdagingen zoals ontbossing, verlies van biodiversiteit of klimaatverandering”, zegt D’hooghe. “Certificering is slechts één instrument dat kan worden gebruikt om de negatieve milieugevolgen van de productie en het gebruik van soja te verminderen, maar het kan alleen deel uitmaken van een transformatieproces op het terrein en in de toeleveringsketens als het complementair wordt gebruikt in een multisectorale aanpak.”
Zij voegt er nog aan toe dat de sector op verschillende manieren de problematiek aanpakt. Zo engageert de diervoedersector zich ook om tegen 2030 de helft van hun grondstoffen uit bijproducten van de levensmiddelen- en biobrandstoffenindustrie te halen. Het gaat om producten die niet meer kunnen dienen voor humane consumptie. Vandaag is dat ongeveer 40 tot 45 procent van de grondstoffen. “Tegelijk gaan we ook op zoek naar alternatieve eiwitbronnen en willen we efficiënter gaan omspringen met eiwitten. Ook op manieren willen we ervoor zorgen dat de afhankelijkheid van soja verder afneemt”, besluit D’hooghe.
Bron: Vilt.be