Bescherm aardappelpercelen tegen bruinrotbacterie
Aangezien de bruinrotbacterie vorig jaar nog in verscheidene waterlopen van de provincies Antwerpen en Limburg werd aangetroffen, blijft het gevaar bestaan voor de besmetting van aardappelpercelen via het oppervlaktewater. Daarom zijn de beschermende maatregelen die destijds voor de betrokken zones uitgevaardigd werden, nog altijd van toepassing. Het Voedselagentschap zet ze nog eens kort op een rij.
In de beschermingszone van 44 Antwerpse en Limburgse gemeenten, waar de bruinrotbacterie zich verspreid heeft in verschillende waterlopen, zijn aardappeltelers verplicht om een aantal voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. Doen zij dat niet, dan kunnen ze bij een besmetting van aardappelen met de bacterie volledig aansprakelijk worden gesteld. “In dat geval kan het recht op schadevergoeding voor de verliezen in het gedrang komen”, waarschuwt het Voedselagentschap.
Dat kan evenwel vermeden worden door geen oppervlaktewater te gebruiken bij de teelt van aardappelen, tomaten en aubergines. En oppervlaktewater enkel aan te wenden voor de beregening van andere teelten als vermeden wordt dat aardappelpercelen met het mogelijk besmette water in contact komen. Die beregeningsinstallatie mag bovendien niet gebruikt worden voor aardappelpercelen. Voor 30 april moet iedere aardappelteler in de beschermingszone bij de provinciale controle-eenheid van het Voedselagentschap aangifte doen van al zijn aardappelpercelen.
Meer info: Mededeling FAVV
bron:Vilt