Brits Caithness ziet kansen op de Nederlandse markt
De aardappelkweekbedrijven houden deze week hun rassenshows. Buitenlandse bedrijven willen marktaandeel winnen, zoals het Britse Caithness. "Het vasteland is een blinde vlek." Caithness Potatoes is een speler van formaat in Schotland, maar nog een dwerg in Nederland. Het Britse aardappelveredelingsbedrijf ziet kansen om in Nederland marktaandeel te veroveren, zegt mede-eigenaar Jan-Eric Geersing van het Nederlandse dochterbedrijf. "Het vasteland van noordwest- Europa is nog een blinde vlek voor Caithness." Caithness produceert jaarlijks zo'n 60.000 ton pootaardappelen. De helft wordt in Schotland geteeld. De andere helft
in landendie geen pootgoed vanuit Europa toelaten, zegt Geersing. "Dat gaat vooral om Australië, Zuid- Afrika en Canada. In Australië bedient Caithness met het ras Nadine ruim de helft van de markt voor tafelaardappelen. Dat ras maakte Caithness groot. Momenteel trekken rassen als Winston, Harmony, Valor en Argos de kar." De Nederlandse BV startte officieel in 2010. Geersing: "We zitten nu op 10 hectare pootgoed in Nederland. De eerste nieuwe rassen komen straks beschikbaar. Dat zijn rassen voor de Nederlandse markt of rassen bestemd voor Noord-Afrika. Nederland loopt met de export naar Noord-Afrika een maand voor op Schotland. Ook rassen die we in Schotland niet telen vanwege de gevoeligheid voor poederschurft, willen we hier laten verbouwen. Bovendien zijn sommige rassen geschikter voor de lokale markt, zoals de roodschillige Celine. Dat is een geelvlezig smaakvol Nederlands tafelaardappelras met een vroeg velvaste schil, die vóór de Bildtstar op de markt komt." Caithness kweekte tot nu toe vooral tafelaardappelrassen. De Britse markt vraagt witvlezige grove aardappelen, zegt Geersing. "Onze rassen voor die afzetmarkt, zoals Divaa en Marvel, zijn ook geschikt voor verwerking tot frites voor de fastfoodsector. Maar voor de andere segmenten in de fritesmarkt en de chipsindustrie kweken we nieuwe rassen. Ook de eerste rassen voor de Duitse markt van tafelaardappelen dienen zich aan. Die vraagt juist geelvlezige aardappelen." Dat Nederland al heel wat grote veredelingsbedrijven kent voor aardappelen, is volgens Geersing geen struikelblok. "Het draait er om dat je de juiste rassen hebt voor de afnemers. Er staan 25 rassen van het bedrijf op de Europese rassenlijst. Caithness is al sterk in tafelaardappelrassen. We gaan ons nu focussen op het kweken van frites- en chipsrassen." Caithness Caithness is in 1980 opgericht door de Schotse aardappelkweker Jack Dunnett samen met exporteur Marcel Guindi, die inmiddels is overleden. Het bedrijf bestaat uit drie divisies met verschillende eigenaren. Het kweekbedrijf is eigendom van oprichter Dunnett en Dominic en Ian Guindi, de kinderen van Marcel Guindi. De divisie die verantwoordelijk is voor de teelt van de pootaardappelen is van de Schotse pootgoedtelers sobert Doig en Gordon Smillie en van Dominic en Ian Guindi. Ook de exportdivisie is eigendom van de Guindi's en de telers. De Nederlandse besloten vennootschap is niet alleen van hen, ook Jan-Eric Geersing heeft een belang in het Nederlandse dochterbedrijf. Alle pootgoedbedrijven houden deze week hun rassenshows. Caithness houdt die op woensdag tot en met met vrijdag op Banterweg 10 in Emmeloord.
Meer in deze categorie: « Schaap Holland de boer op met contractprijs van 15 euro
Bron: Boerderij