Brussel legt tijdelijke MRL chloorprofam vast in verordening
Het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoerders (SCoPAFF) in Brussel ging in oktober vorig jaar al akkoord met de tijdelijke limiet van 0,4 milligram per kilo aardappel(producten) (0,4 ppm). De Europese Commissie heeft de tijdelijke MRL vastgelegd in Verordening (EU) 2021/155 van 9 februari 2021, waardoor die definitief is. De tijdelijke residunorm geldt vanaf 2 september 2021. De lidstaten moeten monitoren hoeveel residuen van chloorprofam worden gevonden. Dit moet uiterlijk op 31 december 2021 worden gerapporteerd aan Brussel. Dat moet ieder jaar opnieuw gebeuren. De tijdelijke MRL wordt dan geleidelijk verlaagd naar de detectiegrens van 0,01 ppm. De detectiegrens is de waarde waarop een stof nog vindbaar is.
Chloorprofam nog jaren aanwezig
In juni 2019 werd duidelijk dat het kiemremmingsmiddel chloorprofam geen verlenging krijgt. Het is per 6 januari 2020 verboden in de Europese Unie. Een verbod betekent automatisch dat de detectiegrens van 0,01 ppm gaat gelden. Maar chloorprofam kan jarenlang aanwezig blijven in kieren en naden van bewaarschuren of in de ventilatoren, en alsnog in de aardappelen trekken. Er zijn schattingen dat bij de detectienorm de helft van de aardappeloogst onbruikbaar zou worden voor consumptie. En op grote schaal nieuwe bewaarschuren bouwen, zou een enorme kapitaalvernietiging betekenen. Daarom heeft de Europese aardappelsector hemel en aarde bewogen in Brussel voor een tijdelijke MRL-limiet, en die er is gekomen. Deze norm wordt gezien als volstrekt veilig voor de volksgezondheid en over het algemeen haalbaar voor de aardappeltelers. De Europese sector heeft een reinigingsprotocol ontwikkeld om bewaarschuren vrij te krijgen van chloorprofam.
Bron: Boerderij