Buitenlandse aanvoer onmisbaar voor Britse aardappelverwerker
Vanwege slechte Weersomstandigheden oogstten de Britten in 2012 maar weinig aardappelen. Om aan de vraag te voldoen, moeten er veel aardappelen uit het buitenland komen. Met name de verwerkers hebben veel buitenlandse aardappelen nodig. De Britse aardappelhandel moest dit seizoen alleen al tot begin mei 625.000 ton consumptie-aardappelen uit het buitenland aanvoeren. Een seizoen geleden lag dat cijfer nog maar op 162.000 ton. De reden is bekend, de buitengewoon slechte oogst van 2012. Dat leidt ertoe dat vooral ook de verwerkende industrie dit jaar veel buitenlandse aardappelen door de machines moet halen. Afgelopen seizoen kwam de Britse aardappeloogst niet hoger uit dan 4,64 miljoen ton. Dat is een kwart minder dan een jaar eerder en bovendien de kleinste oogst in meer dan 35 jaar. Niet alleen was het areaal opnieuw 5 procent kleiner, maar daarnaast viel vooral de opbrengst per hectare door de moeilijke weersomstandigheden met 38,1 ton zwaar tegen. Niet voor niets schommelt de notering van het aardappelschap Potato Council al weken lang rond een historisch hoogtepunt. Om toch aan de vraag te kunnen voldoen, moet er veel meer dan normaal uit het buitenland komen, waarvan ook de Nederlandse handel weet te profiteren. Nederand voerde tot en met april 150.100 ton aardappelen naar de Britse markt uit, terwijl dat een seizoen eerder net 5.200 ton was. In de maand mei ging er nog eens een nog nooit vertoonde hoeveelheid van 25.700 ton de Noordzee over. Een groot deel van die aardappelen is nodig om de verwerkers te laten draaien. Groot-Brittannië is een belangrijke consument en dus producent van aardappelproducten. Je hebt natuurlijk de ‘fish-and-chips’, waar duizenden tonnen Engelse patat (dik en van binnen zacht) voor nodig zijn, je hebt dunne diepvriesfrites die vreemd genoeg ‘French fries’ worden genoemd, maar je hebt ook ‘wedges’, aardappelwafeltjes, ‘baked’ of ‘roasted potatoes’ en kant-en-klare diepvriespuree. Achter die producten staan een paar grote fabrikanten, zoals het Canadese McCain, dat zes Britse fabrieken heeft, of het Britse Aunt Bessie en daarnaast een reeks kleinere bedrijven. Ook de Nederlandse fabrikant Lamb Weston Meijer heeft een patatfabriek in Groot-Brittannië. Volgens gegevens van het aardappelschap Potato Council gaat zo’n 42 procent van de oogst aan consumptie-aardappelen naar de verwerkende industrie. Dat is dan wel een cijfer uit het ‘normale’ jaar 2011/2012. In dat seizoen kwam er in totaal een kleine 6,1 miljoen ton aardappelen van de velden in Groot-Brittannië. Daarvan ging volgens een jaaroverzicht van Potato Council naar schatting 4,3 miljoen ton naar het winkelschap of de marktkraam, terwijl de aardappelverwerkende bedrijven ruim 2,5 miljoen ton wisten op te slokken. De rest van de oogst is bewaard als pootgoed, bleef in de opslag of is gebruikt als veevoer. Naast die binnenlandse productie werd echter ook 1,42 miljoen ton aan aardappelproducten ingevoerd. Omdat er ook 163.000 ton naar het buitenland ging, bleef er voor de Britse consument 3,16 miljoen ton aan frites, baked potatoes en dergelijke aardappelproducten over om op te eten. Omgerekend betekent dat dat de Britten per hoofd van de bevolking jaarlijks 52 kilo van dit soort producten consumeren, meer dan de 40 kilo die ze aan verse aardappelen eten.
Bron:Boerderij vandaag, 16 juli 2013