‘Cercospora is groot probleem in suikerbieten’
Delphy constateert de laatste jaren een steeds heftiger aantasting van cercospora in suikerbieten. Volgens de adviesdienst zijn minder gevoelige rassen en een andere aanpak nodig.
Vooral in het noordoosten van het land is cercospora door de intensieve teelt een groot probleem. Te veel percelen ondervinden financiële schade van deze bladziekte ondanks de bespuitingen. Met het wegvallen van Opus Team en Difure Pro voor het seizoen 2020 wordt het alleen maar lastiger.
Het algemeen advies in Nederland is tot op heden om te beginnen met spuiten als de eerste aantasting van een ziekte in het gewas te zien is. ‘Voor cercospora lijkt dit onlogisch. De infectie van cercospora heeft dan al enkele dagen eerder plaatsgevonden en komt pas na de incubatietijd tot uiting in het gewas. Het gewas is dus al ziek op het moment dat er wordt gespoten’, stelt Delphy.
Spoeling heel dun
Als er dan ook nog wordt gekeken naar de middelen die telers volgend jaar na het wegvallen van Opus Team en Difure Pro tot hun beschikking hebben, dan wordt de spoeling erg dun. ‘Tel hier de verminderde werking van de middelen bij en met de wetenschap dat strobilurinen curatief niets doen op cercospora, is de gedachte cercospora preventief te bestrijden logisch’, vindt het advies- en onderzoeksbureau.
De mate van aantasting door cercospora is rasafhankelijk. Volgens Delphy valt op het gebied van raseigenschappen nog veel te verdienen. ‘Helaas heeft de veredeling op deze gevoeligheid in Nederland te lang stilgelegen, omdat alleen naar opbrengsten werd gekeken. Nu wordt er op veel percelen opbrengstderving geleden door cercospora.’
Proefveld
Op het proefveld van Delphy in het Drentse Weerdinge zijn de verschillen tussen rassen goed zichtbaar. Op dit proefveld worden elf rassen getoetst op hun gevoeligheid voor cercospora. Daarnaast vergelijkt het advies- en onderzoeksbureau het effect van vier verschillende behandelingsstrategieën met elkaar.
Een kwart is niet behandeld, bij een kwart is de behandeling gestart toen de eerste aantasting in het gewas zichtbaar werd, bij een kwart is gestart bij het sluiten van het gewas en bij een kwart is gestart op het eerste infectiemoment van cercospora. Dit alles in vier herhalingen. Uit de resultaten blijkt volgens Delphy dat voor een goede bestrijding van cercospora vaak te laat wordt gestart.
Rasverschillen
Bij de laatste proefveldbeoordeling waren er behoorlijke verschillen tussen de rassen zichtbaar. Op dit moment staat het ras Auckland er in alle strategieën er het beste voor. Ook tussen de andere rassen zitten grote verschillen. Gezien het weer verwacht Delphy dat deze verschillen tussen de rassen en de strategieën nog groter worden.
‘We weten dat de huidige middelen al niet afdoende zijn om cercospora altijd te bestrijden. Daarnaast is in de toekomst een aantal van de huidige middelen gewoon niet beschikbaar. Vandaar dat rassen steeds belangrijker worden. Gezien het huidige saldo zou de ziektebestrijding weleens medebepalend kunnen worden hoeveel bieten er op een bedrijf geteeld gaan worden’, besluit Delphy.
Bron: Nieuwe Oogst