Daling in Chicago blijft tarweprijzen in Parijs onder druk zetten
Na dat gisteren de graanmarkten al niet veel in beweging kwam, is het vandaag op de laatste dag van de week niet veel anders. De beweging aan het begin van de week in aanloop naar het maandelijkse WASDE-rapport van de USDA was er één die zakte, en de cijfers van het rapport bevestigen deze beweging. Door de toename van de opbrengsten in met name Australië en Canada is de eindvoorraad wereldwijd groter dan men een maand geleden dacht. Kritische noot bij deze cijfers is wel het niet veranderen van de oogst in Argentinië, ondanks de verwachting van de Argentijnse overheid dat de oogst op 8,5 miljoen ton zal uitkomen voor de tarwe, 2,5 miljoen ton lager in vergelijking met de USDA, die nog steeds over een oogst van 11 miljoen ton praat.
Voor de sojabonen was het een relatief neutraal rapport zonder grote verschuivingen en voor de mais was het rapport redelijk positief, eindvoorraden die lager waren als de verwachtingen van de analisten vooraf, maar de stemming werd bepaald door de tarwe, waardoor mais en soja ook per saldo een daling laten zien deze week.
Exportcijfers blijven nog steeds goed. In Europa werd 780.000t tarwe geëxporteerd en ook deze week werd door Frankrijk en Roemenië een exportorder van Egypte in de wacht gesleept. In de VS waren de afgelopen week met name de cijfers voor mais en soja goed, de export van tarwe lag binnen de verwachtingen.
Met de daling voorafgaande aan het rapport lijkt het erop alsof de cijfers vrij snel verwerkt waren in de markt. Zolang de export dit tempo blijft aanhouden lijkt een grote daling niet aan de orde in Parijs, mits Chicago niet verder terug zakt. Het verschil in prijs is opgelopen naar zo’n €40/ton en blijft Chicago de dalende trend vasthouden, dan is het ondanks de goede export moeilijk om stabiel te blijven in Parijs. Op zich zelf staande zou Parijs zich waarschijnlijk kunnen handhaven, maar de markt hier kan niet los gezien worden van haar grote broer in Chicago.
Copyright: de Vries & Westermann B.V.