De kringloop rond: Nederlandse mest op Letse grond
Dit voorjaar ging voor het eerst een schip met bewerkte Nederlandse mest naar het Oostzeegebied. Afnemer is Ed Noordam, een Nederlandse ondernemer in Letland. Hij kocht 4.000 ton gecomposteerde dikke fractie, verscheept in Harlingen door Mestverwerking Fryslân.
Noordam heeft in Letland een biologisch akkerbouwbedrijf van 1.000 hectare. Hij teelt aardappelen (zetmeel en consumptie), tarwe, erwten, gerst, haver en boekweit. Zijn bedrijf ligt op 30 kilometer van de haven in Salacgriva, in het noorden van het land.
De grond was uitgemergeld, jarenlang was alleen bemest met ureum
Noordam kan de mineralen goed gebruiken, de grond heeft een ‘achterstand’. Hij begon hier in 2015. “De grond was uitgemergeld”, aldus Noordam. “Jarenlang was er alleen bemest met ureum-kunstmest.”
“Er was op alle fronten een tekort aan de juiste mineralen, sporenelementen en organische stof. Er zat amper nog fosfaat in, de grond was zo goed als dood.” De graanopbrengsten zaten rond de 1 ton per hectare.
Volgens Noordam is het een algemeen probleem in Letland. Wellicht is dit nog terug te voeren op de periode van gebrek aan middelen direct na de communistische tijd.
Maar ook twee economische crisissen hebben de Letse boeren voorzichtig gemaakt. Maar Noordam noemt het ook een cultuurkwestie: investeren in grondverbetering heeft bij Letse boeren niet zo’n hoge prioriteit.
4.000 ton gecomposteerde droge fractie uit Nederland
Noordam zette daar juist wel vol op in. Hij ging onder meer bemesten met restwater (aardappelsap) van de nabijgelegen verwerkingsfabriek voor (grotendeels bio-)zetmeelaardappelen. “Erg kalirijk. Ik neem 15.000 ton per jaar af.”
Dit aardappelwater is biologisch gecertificeerd en dat komt goed uit, want het bedrijf van Noordam is ook biologisch. Later vulde hij deze vloeibare meststof aan met stalmest uit de regio.
En dit voorjaar kwam er dus 4.000 ton gecomposteerde droge fractie bij uit Nederland. Het is een mix van verschillende mestsoorten: rund, kip, varken en geit.
Logistiek gezien is het wel een hell of a job
Noordam rijdt 5 ton op een hectare uit, zodat hij ‘met één schip’ het grootste deel van zijn areaal kan bemesten. Logistiek gezien is het wel een ‘hell of a job’, vertelt hij.
Eerst het transport vanaf de haven en vooral het gedeelte daarna: het uitrijden van de mest in het voorjaar, vóór het ploegen. Noordam: “Het aantal werkbare dagen in het voorjaar is maar heel klein. Dan moet het allemaal tegelijk gebeuren.”
Volgens Noordam is het effect van de bemesting nu al aan het gewas te zien. “Het staat er mooi egaal donkergroen op, veel beter dan vorig jaar.” Een collega-akkerbouwer met 2.000 hectare op 40 kilometer, heeft inmiddels ook een boot met Nederlandse dierlijke compost besteld.
Geld toe op de mest – zoals zijn collega-akkerbouwers in Nederland dat krijgen – zit er voor de geëmigreerde ondernemer niet in. Hij betaalt ongeveer € 20 per ton product.
Controle op biologische productie is in Letland net zo streng als in Nederland
Als biologische teler mag Noordam een deel van zijn bemesting doen met mest van niet-biologisch gecertificeerde dieren. Hier zitten wel veel randvoorwaarden aan. De uitwerking van de regels is in heel Europa gebaseerd op een EU-resolutie voor biologische productie. De controle hierop in Letland is net zo streng als in Nederland, aldus Noordam.
Omdat Noordam een groot deel van zijn product afzet in Nederland, is met de import van verwerkte mest eigenlijk de kringloop rond. Het biologische bedrijf levert ook per schip voer- en baktarwe, erwten en tafelaardappelen. De zetmeelaardappelen gaan wel naar een verwerker in de buurt.
Bron: Boerderij