Derogatie wordt steeds moeilijker
Het aantal landen dat van de Europese Commissie een uitzondering krijgt op de mestregels, lijkt af te nemen. Derogaties worden ingetrokken of de voorwaarden voor derogatie worden aangescherpt.
In Nederland wordt door de melkveehouderij en de politiek hard gewerkt om de derogatie op de mestnormen te behouden. Nederland is een van de zeven lidstaten van de EU die momenteel derogatie heeft, maar deze hangt aan een zijden draadje. Het aantal lidstaten met derogatie op de nitraatrichtlijn lijkt steeds kleiner te worden.
Nitraatrichtlijn
De bemestingsnormen zijn onderdeel van de Nitraatrichtlijn, die in 1991 is opgesteld om de kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater te beschermen. De Nitraatrichtlijn heeft als doel de uitspoeling van stikstof en nitraat vanuit de landbouw naar het water te verminderen.
Lidstaten mogen in de Nitraatrichtlijn zelf beleid opstellen om te voldoen aan de milieunorm van maximaal 50 mg nitraat per liter grondwater. In deze zogeheten actieprogramma’s moeten er grenzen worden gesteld aan de periode waarin mest mag worden uitgereden, moet er een minimale opslagcapaciteit voor dierlijke mest zijn en gelden er normen voor de maximaal toegelaten hoeveelheid mest.
Uitzondering gebruik dierlijke mest
Voor het gebruik van dierlijke mest geldt een maximale hoeveelheid van 170 kilo stikstof per hectare. Hier zijn echter uitzonderingen op mogelijk: dat is derogatie.
Onder strikte voorwaarde mag een lidstaat afwijken van de norm van 170 kilo. Hierbij moet een lidstaat kunnen aantonen dat dit niet negatief is voor het milieu. Ook moet duidelijk worden onderbouwd waarom een land het rechtvaardig en noodzakelijk vindt om meer mest uit te mogen rijden. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van hogere gewasopbrengst per hectare, een langere groeiperiode, gewassen met een hogere stikstofopname of bijzondere gesteldheid van de bodem.
Nitraatcomité
Lidstaten kunnen een verzoek voor derogatie indienen bij de Europese Commissie. Het Nitraatcomité, bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigers van alle lidstaten, oordeelt over de derogatieverzoeken, waarna de Europese Commissie uiteindelijk het definitieve besluit neemt. Voor het krijgen van derogatie moet een lidstaat een heel traject door. De resultaten van het huidige beleid moeten worden voorgelegd aan Brussel, waarbij wordt gekeken in hoeverre de normen van de nitraatrichtlijn worden gehaald en of er veel verschil is tussen de resultaten op derogatie- en niet-derogatiebedrijven. Vervolgens worden verzoeken ingediend en moet er onderhandeld worden om ervoor te zorgen dat andere lidstaten het verzoek steunen.
Derogatie overal anders
In de EU hebben op dit moment 7 lidstaten derogatie: Denemarken, Noord-Ierland, Ierland, Engeland, Schotland en Wales, Nederland, Vlaanderen en Italië. In iedere lidstaat is de derogatie anders.
Klik op de rode iconen voor meer informatie per land.
Overeenkomsten
Voor alle derogaties is een aantal voorwaarden gelijk. Het gaat in alle gevallen om graasdierbedrijven, waarbij minimaal 70 of 80% van het bedrijf uit grasland of vergelijkbare gewassen moet bestaan omdat deze gewassen veel stikstof binden. De derogatie geldt in alle landen per individueel bedrijf. Boeren moeten zich melden als ze gebruik willen maken van de regeling.
Mestboekhouding
Daarnaast moeten bedrijven een mestboekhouding bijhouden en registreren hoeveel dieren en grond ze hebben. Daarnaast moet jaarlijks een bemestingsplan worden opgesteld.
Aan de teelt van gewassen worden ook eisen gesteld. Grasland mag alleen in het voorjaar worden gescheurd en na het ploegen van grasland is de teelt van een vanggewas verplicht. Bij gewasrotatie mag niet geroteerd worden met vlinderbloemige of stikstofbindende gewassen.
Iedere 4 jaar moet de grond op derogatiebedrijven worden bemonsterd om de stikstof- en fosfaattoestand van de bodem te analyseren.
Afgeslankte vorm
De huidige Nederlandse derogatie sinds 2014 is een afgeslankte vorm van de vorige derogatie. In de periode van 2010 – 2014 mochten alle graasdierbedrijven met minimaal 70% grasland 250 kilo stikstof uit dierlijke mest gebruiken in plaats van 170 kilo. In de huidige derogatie geldt dat bedrijven met minimaal 80% grasland 250 kilo stikstof uit dierlijke mest mogen gebruiken. Voor bedrijven op zand- en lössgebied in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg mag maximaal 230 kilo worden aangewend. Bedrijven die gebruik willen maken van derogatie mogen geen fosfaatkunstmest gebruiken.
Groot-Brittannië en Denemarken
Met een norm van 250 en 230 kilo zit Nederland tussen de derogaties van Groot-Brittannië en Denemarken in. In Denemarken mag 230 kilo worden gebruikt, in Ierland, Noord-Ierland, Engeland, Schotland en Wales gaat het om 250 kilo. Dat komt mede door deextensieve sector in deze landen. Het agrarisch gebied bestaat hier voor meer dan 90% uit grasland en de veedichtheid is laag. De toegekende derogatie mag hier alleen voor grasland worden gebruikt, terwijl in Nederland het hele bedrijf extra bemest mag worden.
Voor wintertarwe met een vanggewas en suiker- en voederbieten mag 200 kilo stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt in Vlaanderen. Naast rundveemest mag hiervoor ook dunne fractie van varkensmest worden gebruikt. – Foto: Henk Riswick
Ook varkensmest in Vlaanderen
In Denemarken geldt de derogatie voor gras, mais, gerst en voederbieten. In Vlaanderen mag 250 kilo stikstof gebruikt worden op grasland en mais voorafgegaan aan gras of snijrogge of mais met gras als onderzaai (zogenoemde derogatiemais). Voor wintertarwe met een vanggewas en suiker- en voederbieten mag 200 kilo stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt. Naast rundveemest mag hiervoor ook dunne fractie van varkensmest worden gebruikt.
Bijzondere derogatie Italië
Dat is ook zo in Italië, waar naast gras ook derogatie mag voor mais en wintergraan. Italië kent een bijzondere derogatie. Daar is naast de ‘normale’ derogatie voor graasdiermest ook derogatie verleend voor verwerkte varkensmest. Deze mest heeft volgens de definitie 30% minder stikstof dan onbewerkte mest. De minimale stikstof-fosfaatverhouding moet 2,5 zijn.
Boeren die van deze derogatie gebruik maken, moeten jaarlijks melden welk type mestverwerking wordt gebruikt, wat de capaciteit van de verwerkingsinstallatie is en hoeveel mest er verwerkt is. Ook moeten de mineralengehaltes van de mestproducten gemeld worden, net als de bestemming van de producten. De dikke fractie mag niet op derogatiebedrijven worden gebruikt, maar moet naar gronden met een laag organische stofgehalte. Hiervoor moeten de mesttransporten nauwkeurig worden geregistreerd. De Italiaanse derogatie geldt alleen voor Piemonte en Lombardije, de veedichte gebieden van Italië.
Normen steeds aangescherpt
Uit de verleende derogaties blijkt dat de normen steeds een beetje worden aangescherpt. De doelen van de nitraatrichtlijn worden nog onvoldoende gehaald, constateert de Europese Commissie. Voor lidstaten lijkt het daarom steeds moeilijker om derogatie te krijgen. Duitsland verloor in 2014 derogatie, omdat benodigde wijziging van de mestwet niet werd doorgevoerd. Oostenrijk diende voor 2009 geen nieuwe aanvraag in.
Knokken om derogatie
Ook voor Nederland wordt het lastig, al is dat niet voor het eerst. Al vanaf de eerste derogatie die Nederland kreeg, moet bij de Europese Commissie geknokt worden om de derogatie te behouden. Hoewel staatssecretaris Van Dam zegt er vertrouwen in te hebben, omdat Nederland een goed verhaal heeft, klinken vanuit Brussel echter alarmerende signalen. De Europese Commissie is zeer kritisch op het Nederlandse mestbeleid. De milieunormen worden nog lang niet overal gehaald. De maat lijkt voor Brussel aardig vol.
Nederland wil 2 derogaties
Grote vraag is of de huidige derogatie behouden kan blijven en of Nederland weer in gesprek kan komen over een nieuwe derogatie in 2018. Nederland zou dan graag 2 derogaties krijgen: een voor het toestaan van mineralenconcentraat uit dierlijke mest als kunstmestvervanger, en een voor het gebruik van extra dierlijke mest bovenop de standaardnorm van 170 kilo. Vooralsnog zijn de onderhandelingen opgeschort, omdat de fosfaatproductie eerst onder het fosfaatplafond moet komen.
Bron Boerderij