Discussie rond akkerbouwgewas in biobrandstof
Er is gebakkelei gaande in Brussel rond biobrandstoffen. Dat raakt alle akkerbouwers. De marktprijzen voor gewassen als tarwe, koolzaad, mais en bieten staan op het spel en koolzaad dreigt van de akkers te verdwijnen.
Over de biobrandstoffen stoeien het Europese Parlement, de Europese ministerraad en de Europese Commissie met elkaar. Moet er nu meer of minder ethanol en biodiesel komen om bij te mengen in autobrandstof? Akkerbouwgewassen vormen momenteel een zeer belangrijke grondstof voor die ethanol en biodiesel. Daarnaast zijn er andere producten waaruit die groene brandstoffen worden gemaakt.
Milieuorganisaties en wetenschappers oefenen forse druk uit op politici om die bijmenging te verminderen, want bijmengen helpt geen zier voor het milieu, zeggen zij. Sterker nog, er komt meer broeikasgas CO2 in de lucht dan met aardolie. Parlement en commissie zijn gevoelig voor die kritiek. Zij willen het mes zetten in de bijmenging voor biobrandstoffen en indirect in de aanvoer van akkerbouwgewassen, om die biodiesel en ethanol te produceren.
Ministers willen meer
Een opsteker voor de boeren was het standpunt van de ministers van Energie kort voor kerst. Zij willen de verplichte bijmenging van biobrandstof in Europa juist verhogen. Van 10% in 2020 in stapjes naar ten minste 14% in 2030. Tegelijkertijd willen zij dat de hoeveelheid akkerbouwgewassen die worden gebruikt voor biobrandstoffen op hetzelfde peil blijft als nu. Er schuilt nog wel een addertje onder het gras: elk land moet een soort derogatie (net als bij de mestregels) kunnen aanvragen, om het aandeel akkerbouwgewassen te verlagen.
De koolzaadteelt in Europa is grotendeels afhankelijk van het biobrandstofbeleid. – Foto: EPA
De koolzaadteelt in Europa is grotendeels afhankelijk van het biobrandstofbeleid. – Foto: EPA
Niettemin sluit het standpunt van de energieministers nog het beste aan bij de wensen uit de landbouwhoek (15% bijmenging, geen derogatie en een vast aandeel akkerbouwgewassen). Maar de strijd hebben de ministers nog niet gewonnen. Met name het parlement gaat zich verzetten en ook de commissie laat zich niet onbetuigd. Zij koersen op een afbouw naar 6,8% in 2030.
Akkerbouwaandeel flink terugschroeven
Voor akkerbouwgewassen komt de klap nog harder aan, want dat aandeel zou terug moeten van de huidige 7% naar 3,8%. Andere producten als stro, wilgen, frituurvet, afval en in de toekomst algen zouden die plek moeten innemen. De verwachting is dat het nog maanden gaat duren voordat echt duidelijk is wat er gaat gebeuren. Te beginnen met een stemming halverwege januari in het Europees Parlement. In mei/ juni zal de knoop worden doorgehakt.
Gevolgen voor akkerbouw
Bij een afbouw zijn de gevolgen voor de akkerbouw aanzienlijk. De politiek knijpt een veelbelovend afzetkanaal voor gewassen af, nadat diezelfde politiek het ruim tien jaar geleden met veel bombarie in de markt zette. In Europa staan nu op 4,4 miljoen hectare gewassen die richting biodiesel en groene benzine gaan. Dat is 3% van het totale landbouwareaal (akkerbouw en grasland).
En dan te bedenken dat er buiten de EU ook nog eens ruim 3,5 miljoen hectare volstaan met akkerbouwgewassen die worden aangevoerd om in Europa voldoende biodiesel en ethanol te kunnen produceren. In theorie zouden boeren in de EU dat ook zelf kunnen telen, maar dat het niet voor elkaar komt, is een kwestie van prijs. Telers in de EU kiezen voor teelten die meer opbrengen.
Als er meer hectaren vrijkomen betekent dit nog meer graan, nog meer aardappelen, nog meer bieten waarvan de prijzen al onder druk staan
3,8 miljoen hectare vrij
Terugschroeven van het akkerbouwaandeel in biobrandstoffen naar 3,8% betekent dat er in krap tien jaar tijd vanaf 2021 ruim 3 miljoen hectare binnen en buiten de EU vrijkomt, waar andere gewassen op komen te staan. Daar zitten de akkerbouwers niet op te wachten. Nog meer graan, nog meer aardappelen, nog meer bieten waarvan de prijzen al onder druk staan. En schakelt een deel van de telers over op vollegrondsgroenten, dan heeft het voor die gewassen dezelfde gevolgen voor de prijsdruk.
Beleidsmedewerker Dominique Dejonckheere van de Europese boerenorganisatie Copa-Cogeca wil nog niet van een ramp spreken, maar het raakt de boerenportemonnee. Zoveel is volgens haar zeker. “Nu al zijn er voorraden voor graan en suiker. Daar komt alleen maar meer bij.” Een recente prognose van de Europese Commissie voor graan wijst eveneens in de richting van prijzen die onder druk komen te staan.
Doemscenario voor koolzaad
Voor koolzaad dreigt het doemscenario dat het grotendeels van de akkers verdwijnt. Het is waarschijnlijk het eerste gewas dat sneuvelt als het aandeel akkerbouwgewassen in biobrandstof wordt teruggeschroefd. Nu gaat twee derde (14 miljoen ton) van alle koolzaadolie in de EU naar biobrandstof, om er biodiesel van te maken. Voor de telers kan het net uit. In een rapport van de Europese landbouworganisaties en de koolzaadoliebranche wordt een plus van € 300 per hectare berekend, die te danken is aan de teelt voor biodiesel. Valt verwerking in biodiesel weg, dan is de teelt onrendabel.
Een uitweg in afzet van koolzaadolie op andere markten is er nauwelijks. Volgens het rapport zullen telers overschakelen op zachte tarwe, dat plots te maken krijgt met een kwart meer productie in de EU. De gevolgen laten zich raden, de markt voor zachte tarwe klapt in elkaar. Tarwetelers zijn gewaarschuwd.
Concurreren met tweede generatie grondstoffen
Koolzaadolie heeft het nu al moeilijk om op te boksen tegen frituurvet, dierlijk vet, palmolie en soja (koek) die aantrekkelijk zijn om biodiesel te maken. Ze horen tot de zogeheten tweede generatie grondstoffen voor biodiesel en ethanol. Frituurvet is daarbij populair en nog in veel sterkere mate soja en palmolie; de bijmenging van deze twee grondstoffen zorgt inmiddels voor ongeveer de helft van de Europese biodiesel.
'In plaats van minder uitstoot is er door palmolie en soja duidelijk meer uitstoot van het broeikasgas'
Van die soja en palmolie gruwen de milieuorganisaties. Voor de teelt wordt tropisch regenwoud gekapt en worden zompige gebieden drooggelegd. Bij dat alles komt veel CO2 vrij. In plaats van minder uitstoot is er door palmolie en soja duidelijk meer uitstoot van het broeikasgas, stellen de milieuorganisaties. In Nederland wordt overigens al sinds 2016 geen palmolie meer gebruikt voor biodiesel.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van infrastructuur en milieu gaf in december aan de Tweede Kamer aan dat ze in Brussel gaat pleiten voor een algeheel verbod in de EU vanaf 2021. Als dat al gebeurt, krijgt Europa het aan de stok met vooral Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen. Die hebben al dreigende taal laten horen.
In Nederland weinig biobrandstof
In Nederland stelt de teelt van energiegewassen niet veel voor. Daar is de grond ook veel te duur voor. Dat dwingt om gewassen te telen met een hoger saldo dan grondstof voor energie. De verwachtingen waren ook nooit hooggespannen.
Frankrijk, Duitsland en Oost Europa komen eerder in aanmerking. Daar is de teelt ook goed op gang gekomen. Dan gaat het voornamelijk om koolzaad, energiemais, graan en bieten. Nederland stond dit jaar op 1950 hectare koolzaad, waarvan een aanzienlijk deel richting biodiesel ging. Niemand weet precies hoeveel, want dat wordt niet bijgehouden. Datzelfde geldt voor energiemais, graan en bietenafval waarvan ethanol kan worden gemaakt uit het zetmeel en de suikers. Heel optimistisch komt de teller uit op ongeveer 5.000 hectare die omgerekend de tank ingaat.
‘Nederland is een buitenbeentje bij de bijmengplicht in benzine en diesel’
Nog eenzelfde aantal hectaren is in gebruik voor de teelt voor energiewinning uit biomassa, maar dat staat los van de regeling die nu in het geding is voor bijmenging bij diesel en benzine.
Nederland is overigens een buitenbeentje bij de bijmengplicht in benzine en diesel. De Tweede Kamer ging in december akkoord met een stijging naar 16,4% in 2020, terwijl dat nu niet meer dan 7% is. Maar de Nederlandse akkerbouw schiet er weinig mee op. Van de Kamer mag hooguit 5% afkomstig zijn van biobrandstof uit akkerbouwgewassen. Wat dat betreft moet Nederland nog een robbertje vechten met Brussel, als de energieministers tenminste hun zin krijgen met de norm van 7%.
Algen extra stimuleren
Nederland koerst vooral op afvalproducten als frituurvet, dierlijk vet en nieuwe grondstoffen zoals houtsnippers en stro. Of nog mooier: op algen, al staat dat laatste nog helemaal in de kinderschoenen. Die algen wil de regering juist extra gaan stimuleren, maar daar hebben boeren niets aan. Kortom zowel in Nederland als in de EU bezorgt het bijmengen van biobrandstoffen de akkerbouw kopzorgen.
Meer informatie in de kaders:
Bij de invoering van de verplichte bijmenging in 2005 zagen de akkerbouwvoormannen in Nederland kansen voor de landbouw. ➤ Lees meer
Frituurvet zorgt in Nederland voor veruit het grootste aandeel bij biobrandstoffen; meer dan de helft. ➤ Lees meer
Bijmengen van biobrandstoffen gebeurt niet om de akkerbouw te vriend te houden, de Europese politiek heeft andere motieven. ➤ Lees meer
Terwijl in Europa het aandeel landbouwgewassen voor biobrandstof onder druk staat, is er in de VS juist sprake van een groei. ➤ Lees meer
Destijds hoge verwachtingen
Bij de invoering van de verplichte bijmenging in 2005 waren de akkerbouwvoormannen in Nederland opgetogen. Ze zagen kansen voor de landbouw. Toenmalig akkerbouwvoorzitter Jaap Haanstra van LTO en voorzitter Henk Brink van de LTO werkgroep duurzame energie maakten zich ook sterk voor energiegewassen en de bouw van een biodieselfabriek in Wijster. Niet zozeer voor teelt in Nederland, maar vooral voor betere prijzen voor akkerbouwgewassen.
De productieverhoging per hectare die in Europa in het verschiet lag, kon zo mooi worden weggesluisd naar de brandstoftank. Geen extra graan, aardappelen of bieten die de markt zouden verstoren. Ze zagen een mooie toekomst – en zij niet alleen; ook de politiek en banken waren enthousiast – maar die gaat onder het huidige politieke gesternte de mist in.
Leegstaande biodieselfabrieken
Tekenend zijn ook de leegstaande biodieselfabrieken in Nederland. In de verwachting dat er een grote vraag naar biodiesel zou ontstaan, zijn er acht fabrieken/raffinaderijen neergezet; een investering van circa € 1,75 miljard, volgens de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Biobrandstoffen. Tenminste drie van die fabrieken hebben nog nooit biodiesel gemaakt.
➤ Terug naar begin
Frituurvet zorgt in Nederland voor veruit het grootste aandeel bij biobrandstoffen; meer dan de helft. Nederland zelf levert 8% frituurvet, de rest wordt uit tal van landen aangevoerd uit Azië en Amerika. Het is samen met dierlijk vet de belangrijkste grondstof voor biodiesel. De groene benzine wordt vrijwel geheel uit landbouwgewassen gemaakt. Die worden bijna allemaal uit het buitenland aangevoerd.
➤ Terug naar begin
Milieueffect valt tegen
Bijmengen van biobrandstoffen gebeurt niet om de akkerbouw te vriend te houden. De Europese politiek heeft andere motieven. De belangrijkste twee zijn het milieu en loskomen van de afhankelijkheid van aardolie en gas; zelf zorgen voor brandstof en energie. Maar milieu voert de boventoon.
Met de verplichte bijmenging, waarmee de Europese Unie in 2005 is gestart (Nederland in 2007), zou de uitstoot van het broeikasgas met de helft verminderen ten opzichte van gewone benzine en biodiesel. Bij de tweede generatie producten als frituurvet, palmolie en houtachtigen/cellulose zou dat zelfs naar 90% vermindering gaan. Onderzoek van twee jaar geleden wijst uit dat die aannames niet kloppen. Het heeft ook te maken met hoe er wordt gerekend, maar het effect op broeikasgas is miniem en bij palmolie en soja is het in elk geval flink negatief.
➤ Terug naar begin
Groei in de VS
Terwijl in Europa het aandeel landbouwgewassen voor biobrandstof onder druk staat, is er in de VS juist sprake van een groei. E15 is daar de term waar boeren en hun organisaties, maar ook de overheid, zich sterk voor maken.
E15 wil zeggen dat er vijftien% bio-ethanol is bijgemengd in de benzine of diesel. Standaard is nu E10, oftewel 10% bijmenging in praktisch alle benzine en diesel. E10 moet overigens eind volgend jaar bij elk benzinestation in Nederland verkrijgbaar zijn als vervanger van Eurobenzine.
Benzinepomp in de VS, met 10% bio-ethanol. De biobrandstof zit hier juist in de lift. – Foto: Johan Oppewal
Benzinepomp in de VS, met 10% bio-ethanol. De biobrandstof zit hier juist in de lift. – Foto: Johan Oppewal
Probleem met E15
Probleem met E15 is volgens Andrew Walmsley van het American Farm Bureau dat nog niet iedere auto en vrachtwagen gebouwd na 2001 die biobrandstof accepteert. Zo’n 15% van de auto“s en vrachtwagens kunnen die brandstof niet verdragen. Dat moet eerst goed worden geregeld, maar Walmsley verwacht niet dat dit gaat lukken. E15 is een speerpunt, maar het kan ook meer worden, vertelt de expert van de belangrijkste landbouworganisatie in de VS.
Ook de overheid staat daar achter, meldt Bob Flach van het ministerie van USDA. Er zit geen bovengrens aan de toepassing van landbouwgewassen voor biobrandstof, legt Walmsley uit. Boeren en hun afnemers kiezen waar ze hun mais, graan (sorghum) of soja naartoe sturen; richting veevoer of richting ethanol en biodiesel. Dat hangt vooral af van de prijs, die overigens op het ogenblik voor beiden aan de lage kant is. Een kwestie van vraag en aanbod.
Meer ethanol uit cellulose halen
Veel last van verdringing door andere grondstoffen voor de productie van ethanol en biodiesel is er niet, al is er wel een streven van de regering om meer ethanol uit cellulose te halen. Dat gaat ten koste van akkerbouwgewassen. “We moeten het zo lang mogelijk in boerenhand houden, want boeren zijn er blij mee”, betoogt Walmsley.
Bron Boerderij