Droge zomer zorgt voor weinig mycotoxines in granen
Het mycotoxinegehalte in de graanoogst ligt dit jaar opnieuw laag. Ieder jaar voert BFA, de beroepsvereniging van kern- en diervoederfabrikanten, een doelgerichte monitoring uit naar de aanwezigheid van mycotoxines in granen onmiddellijk na de oogst. “Uit de resultaten blijkt dat slechts in 11,4 procent van de stalen minstens één mycotoxine werd gedetecteerd”, klinkt het bij BFA.
Mycotoxines zijn giftige stoffen die door schimmels worden geproduceerd en bij haast alle graansoorten voorkomen. Ondanks de bestaande preventieve maatregelen zijn deze toxines meestal reeds vóór de oogst aanwezig. Ze worden op het veld gevormd tijdens de groei van het gewas, na de oogst, of tijdens de opslag. “Op het veld zijn het vooral factoren zoals vochtige weersomstandigheden, rassenkeuze en de bodembewerking die de ontwikkeling van de schimmels en mycotoxines stimuleren”, legt BFA, de Belgian Feed Association, uit. “Juist daarom nam BFA in haar sectoraal bemonsteringsplan analyses op om het mycotoxinegehalte in granen te meten en zo eventuele problemen op voorhand te kunnen inschatten.”
Het Early Warning Systeem (EWS) is een jaarlijks initiatief dat binnen de sector genomen wordt als toevoeging op het uitgebreide sectorale voedselveiligheidsplan. “Bedoeling is om zo snel mogelijk na de oogst gegevens te verzamelen en analyseresultaten ter beschikking te stellen aan de graanhandel en graanverbruikers”, reageert Katrien D’hooghe, directeur van BFA.
Het is van belang om de eventuele toename van mycotoxines tijdens de bewaring goed in de gaten te houden.
Samen met de Federatie van de Graanhandel (Fegra) en de Koninklijke Vereniging der Belgische maalders (KVBM) werden er voor 2020 in totaal 470 stalen verzameld en geanalyseerd. Het ging om stalen van tarwe (55%), gerst (39%) en in mindere mate rogge, haver, triticale en spelt. “Uit de resultaten blijkt dat slechts in 11,4% van de stalen minstens één mycotoxine werd gedetecteerd”, aldus BFA. “40 stalen hadden één mycotoxine boven de detectielimiet en negen stalen bevatten twee mycotoxines boven de detectielimiet.”
“De resultaten toonden slechts één staal dat de indicatieve waarde voor feed overschreed”, merkt Katrien D’hooghe op. “Het is van belang om de eventuele toename van mycotoxines tijdens de bewaring goed in de gaten te houden. Wetende dat we steeds onder de norm voor food zijn gebleven, hebben we er een goed oog in dat de latere analyses, weg van het veld, over het algemeen lage gehalten zullen tonen.”
In het gedetailleerde rapport worden de resultaten vergeleken met de geldende normen of aanbevelingen voor feed en food. “Dankzij deze monitoring kan niet alleen de bestemming van de granen gerichter bepaald worden (food, feed, of biofuels), maar kunnen ook de eindconcentraties van mycotoxines beter worden ingeschat, bijvoorbeeld in het mengvoeder”, besluit BFA.
Bron: Vilt.be