Droogte deels geblust, maar gedane schade blijft
Het hele land is dinsdag en woensdag van neerslag voorzien. Vooral het Zuiden, waar het het hardst nodig was. Daarmee is de droogte op de meeste plekken voorbij, maar de schade is soms onherstelbaar.
Granen, grassen, pootgoed, uien en vlas. Die gewassen hebben het meest geleden onder de droogte van de afgelopen maanden. De opbrengsten blijven achter of tweewassigheid bemoeilijkt teelt en oogst. Dat zegt Marc van Vooren, akkerbouwer in het Zeeuws-Vlaamse Sluis en werkzaam als graszaadcollecteur bij DSV Zaden. “Heel mooi die regen. De grond kan geweldig veel water absorberen. Maar voor sommige gewassen komt het water te laat. Deze neerslag kan het seizoenstekort niet compenseren.”
Meeste neerslag in droogste gebieden
Het neerslagtekort liep dit seizoen lokaal op tot over de 200 millimeter, blijkt uit KNMI-data. Vooral langs de westkust en het zuiden van het land was de droogte nijpend. Typisch genoeg viel juist in de droogste gebieden de meeste neerslag in de maand juli. Met uitzondering van Midden- en Zuid-Limburg, waar de juliregen tot woensdagmiddag beperkt bleef tot zo’n 25 millimeter.
Op sommige plekken viel dinsdag zoveel regen in korte tijd dat de akkers blank stonden.
‘Als de weersvoorspellingen kloppen, kunnen we maandag weer los met de oogst’
In Zeeuws-Vlaanderen wordt het gros van het graszaad van DSV geproduceerd. Van Vooren: “Volgende week komt er ontzettend veel binnen; veertien tot zeventien dagen eerder dan normaal. Zo vroeg heb ik nog nooit meegemaakt. Als de weersvoorspellingen kloppen, kunnen we maandag weer los met de oogst. Dan kan alles op 25 juli binnen zijn.”
De opbrengsten variëren sterk; van de helft van normaal op verbrande percelen, tot zeer goede opbrengsten. “De bloeiperiode was goed, maar de vulling werd door de droogte beperkt. Al met al denk ik dat we 15% minder graszaad oogsten.”
Bekijk de maand- en seizoensoverzichten van het KNMI.
Het warme en vochtige weer verschaft de schimmelziekten phytophthora (aardappel) en valse meeldauw (ui) kans om toe te slaan. Maar volgens Paul Hooijman van adviesbureau Delphy zitten akkerbouwers er met de bestrijding meestal bovenop. “Het probleem zit ’m op enkele biologische percelen. Hopelijk grijpen die telers tijdig in.”
Petra Vos Bron: Boerderij