Egypte vraagt FAO om hulp in tarweruzie
Egypte schakelt de wereldvoedselorganisatie FAO in om tarweleveranciers gerust te stellen. De FAO moet duidelijk maken welke norm gewenst is in tarwe voor ergot-schimmel (moederkoorn).
Landbouwminister Essam Fayed wil zo de aanvoer van tarwe veilig stellen. Egypte is de grootste tarwe-importeur in de wereld.
Nultolerantie
De aanvoer stokt sinds Egypte eind 2015 ladingen tarwe weigerde vanwege de ergot-schimmel. Het fytosanitair bureau hanteert een norm van 0 procent, die is vastgelegd in een wet uit 2001. Terwijl het staatsinkoopbureau Gasc de internationale norm van 0,05 procent hanteert in de leveringsvoorwaarden, die dateren uit 2010. De regering ontsloeg daarop begin maart Saad Moussa, het hoofd van het fytosanitair bureau. Maar zijn opvolger Ibrahim Imbabi zei tegen persbureau Reuters dat zijn dienst vasthoudt aan het nultolerantiebeleid.
Onzekerheid kost geld
Door de binnenlandse discussie daalt de belangstelling voor de aankooptenders van Gasc. Vorig jaar kreeg Gasc meestal 15 tot 20 aanbiedingen per tender. Dit jaar beperkt zich dat tot zo'n vijf. Exporteurs willen niet het risico lopen dat hun ladingen worden geweigerd. Dat kost ze veel geld. Maar het kost Egypte ook geld, want bij vijf biedingen ben je al snel duurder uit dan bij twintig. En de leveranciers die intekenen vragen een hogere prijs, omdat ze meer risico lopen door het onduidelijke importbeleid. Terwijl Egypte minder harde valuta binnen krijgt, vanwege dalende inkomsten uit aardolie en toerisme.
Onderbouwde norm
Daarom vraagt Fayed de FAO om een wetenschappelijk onderbouwde ergot-norm. En Gasc besloot Bulgarije toe te voegen aan de lijst met landen die tarwe mogen leveren. Gasc hoopt zo op meer en goedkopere biedingen in de tenders. Dan kan de subsidie op brood doorgaan. De machthebbers weten maar al te goed wat vijf jaar geleden gebeurde: oud-president Moebarak verlaagde eind 2010 de subsidie op brood. Daarna begonnen de onlusten, die tot zijn val hebben geleid.
Jan Engwerda Bron:Boerderij