EU: hoe kan uitstroom van duizend boeren per dag worden gestopt?
Duizend Europese boeren geven dagelijks de pijp aan maarten. En het zijn eerder jongere boeren die ermee stoppen dan oudere. Hoe die trend kan worden gestopt, was donderdagochtend de vraag waarover de landbouwcommissie van het Europees Parlement zich boog.
Janusz Woiciechowski van de Europese Rekenkamer presenteerde afgelopen zomer een rapport over het Europese beleid voor de jonge boeren. In een toelichting zei hij dat de Europese Unie een langere horizon moet hebben dan de gebruikelijke termijn van zeven jaar voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid. “We moeten ons afvragen hoe de landbouw er over veertig of vijftig jaar uit moet zien. Willen we alleen nog bedrijven met een omvang van meer dan 1.000 hectare? Als bedrijven alsmaar groter worden, wordt het moeilijker de landbouwdoelstellingen te verenigen met de milieudoelstellingen.”
‘Niet de grootte van een bedrijf bepaalt hoe slecht of goed het voor het milieu is’
Tassos Haniotis, directeur Strategie, Vereenvoudiging en Beleidsanalyse bij het directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling zet daar een kanttekening bij: niet de grootte van een bedrijf bepaalt hoe slecht of goed het voor het milieu is. “Kijk naar biologische bedrijven. Juist de grotere biologische bedrijven zijn efficiënter.”
De sociaaldemocratische Italiaanse Europarlementariër Paolo de Castro zegt dat de uitstroom van boeren een economische ontwikkeling is. “Er is minder tijd nodig om dezelfde productie te leveren. En bij zo’n ontwikkeling zie je dat jongeren het eerst vertrekken, want zij zien nog kans elders een baan te vinden. De uitstroom uit de landbouw is onvermijdelijk. Deze situatie is onvermijdelijk voor een economie in ontwikkeling.”
Toegang tot financiering verbeteren
Voor de Europese jonge boeren tekent zich een crisis af, verwoorde vice-voorzitter Iris Brouwers die zelf samen met haar ouders een akkerbouw- en varkensbedrijf voert. Brouwers zei onder andere dat de toegang van jonge boeren tot financiering moet worden verbeterd in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Het moet niet zo zijn dat jongeren alleen een bedrijf kunnen beginnen, als ze daarbij de hulp van hun ouders krijgen.
De Europese steun aan boeren moet ook daadwerkelijk terechtkomen bij degenen die het boerenbedrijf runnen. Steun moet niet alleen gekoppeld zijn aan het areaal. Het gaat ook om de activiteit van het boeren zelf, vindt Brouwers. “Het is niet gemakkelijk om jong en boer te zijn. Soms krijg ik het gevoel dat ik moet overleven op alleen de passie voor het vak. Maar de landbouw is van belang voor de Europese Unie. Als de jonge boeren geen toekomst zien, gaan ze weg. We moeten nu werken aan de generatiewisseling.”
‘Lidstaten zelf kunnen ook beperkingen wegnemen’
Directeur Haniotis van het DG-Agri zegt dat niemand de illusie moet hebben dat de vermindering van het aantal boeren kan worden gestuit door het Europees landbouwbeleid. Dat neemt niet weg dat de generatiewisseling in de landbouw van groot belang is, zegt hij. Al zal het GLB nooit alle problemen kunnen oplossen, met al zijn doelstellingen. Lidstaten zelf kunnen ook beperkingen wegnemen, zoals op het terrein van belastingen en de regels op gebied van bedrijfsovername en hoe de grondmarkt is georganiseerd.
Bron Boerderij