Fors minder groei biobrandstoffen
De toename in productie en gebruik van biobrandstoffen zal tot 2026 sterk afnemen. Dat blijkt uit een landbouwprognose van Oeso en FAO.
De productie van biobrandstoffen neemt de komende tien jaar veel minder hard toe dan voorheen – amper 10% – en komt volledig voor rekening van niet-westerse landen. Dat is tenminste de verwachting van de organisatie voor economische samenwerking Oeso en wereldvoedselorganisatie FAO in een landbouwprognose voor 2017-2026.
Opmars elektrische auto
In de afgelopen tien jaar was dat wel anders. Toen steeg de biobrandstoffenproductie met 90%.
In Nederland is de tendens niet anders. Hoogleraar bio based economy Johan Sanders van Wageningen UR wijt de mindere toename onder meer aan de opmars van de elektrische auto. “Die wint aan populariteit. Biobrandstoffen verliezen het steeds meer van elektriciteit.”
Sanders stelt ook dat oliemaatschappijen – samen met de overheid – krachtig en succesvol genoeg zijn om biobrandstoffen tegen te houden. “Benzine- en dieselleveranciers zijn verplicht om biobrandstof bij te mengen, maar overheid en oliemaatschappijen hebben een systeem geïntroduceerd dat nieuwkomers afremt.”
Kritisch op EU-regelgeving biodiesel
Sanders is ook kritisch op de EU-regelgeving wat betreft biodiesel. “Een grondstof als koolzaad wordt in twee stromen uit elkaar getrokken: energie en een reststroom zoals diervoeders. Die verhouding is grofweg twee derde/een derde. Maar de EU-toerekening heeft als basis de energie-inhoud van de gescheiden fractie. Daardoor moet olie ten behoeve van biodiesel het grootste deel van de CO2-lasten dragen.
Biodiesel krijgt minder kans in Europa
Maar omdat de EU de besparingsnorm voor olie steeds heeft aangescherpt, krijgt biodiesel onterecht steeds minder kansen in Europa.” Dit maakt dat biobrandstoffen de duimen flink aangedraaid krijgen, een tendens die op veel plekken merkbaar is.
Sanders noemt Duitsland als voorbeeld. “Dat land liep echt voorop op dit vlak. Er is zelfs een accijnsverlaging voor biobrandstoffen geweest. Maar die is alweer teruggedraaid. Er is geen bevoordeling meer. De meeste biodiesel en bio-ethanolfabrieken zijn ook weer terug bij af.”
Groei buiten EU en VS, vooral met suiker
Uit het rapport blijkt dat de mondiale bio-ethanolproductie tot 2026 met iets meer dan 10% toeneemt tot 136,7 miljoen ton. Die matige groei wordt vooral veroorzaakt door stagnerend ethanolgebruik in de VS waarvoor mais de bron is. De bio-ethanolproductie op basis van mais stijgt ook maar 2%.
De productiegroei voor bio-ethanol op basis van suikerriet is veel hoger: 20%. Die bio-ethanol komt vooral uit Brazilië en daar is het overheidsbeleid nog altijd sterk op biobrandstoffen gericht; veel meer dan in Europa of de VS. Ook in ‘suikerrietlanden’ als India en Thailand wordt steeds meer beleid van bio-ethanol gemaakt. Dat is ook in de cijfers te zien. De bio-ethanolproductie stijgt in niet-westerse landen tot 2026 met bijna een kwart. In westerse landen zal dat slechts 1% zijn, verwachten FAO en Oeso.
Voor biodiesel is dat beeld nog extremer. Het rapport voorziet hier zelfs een productiekrimp in westerse landen van bijna 4%. Niet-westerse landen zullen daarentegen juist 26% meer biodiesel produceren. In totaal betekent dat krap 9% meer productie in 2016: ruim 40 miljoen ton.
Gebruik biobrandstof neemt minder sterkt toe
Het mondiale gebruik van biobrandstoffen zal tot 2026 ook veel minder sterk toenemen. In de afgelopen tien jaar steeg de maisproductie nog met 300 miljoen ton. Daarvan werd 115 miljoen ton gebruikt voor bio-ethanol.
De komende tien jaar zal die maisproductie met 155 miljoen ton toenemen. Het verwachte aandeel van bio-ethanol hierin: slechts 10 miljoen ton. Voor plantaardige oliën is het beeld hetzelfde. In de laatste tien jaar was de productiegroei 64 miljoen waarvan ruim een derde voor biodiesel werd gebruikt. In de periode tot 2016 zal dat op een totaal van 40 miljoen ton amper 7% zijn.
Verdubbeling energieprijzen
De karige productie- en gebruikscijfers zijn enigszins opvallend omdat het rapport ook uitgaat van een verdubbeling van de energieprijzen. Dat betekent dat de afgeleide vraag naar grondstoffen voor biobrandstoffen – vooral mais, suikerriet en plantaardige oliën – ook zal toenemen.
Maar volgens FAO en Oeso zal dit in een veel trager tempo gaan, met uitzondering van de grote opkomende landen zoals India waar overheden zich sterker zullen gaan maken voor biobrandstoffen.
Theo Brummelaar
Bron:Boerderij